Overlast van dieren

Algemeen

Veel dieren zijn beschermd door de Wet natuurbescherming. Bijvoorbeeld ganzen, zwanen, spreeuwen en aalscholvers. De gemeente mag hierdoor niet zomaar ingrijpen als deze dieren overlast veroorzaken. In andere situaties neemt de gemeente maatregelen waar dat nodig is. Dit geldt alleen voor de openbare ruimte.

Mollen

Vooral in het voorjaar zijn er veel molshopen. De gemeente bestrijdt in principe geen mollen. Dit gebeurt alleen als openbare gebieden aangetast zijn, zoals afgesloten sport- en speelvelden. En als het verkeer gevaar loopt door molshopen.

Vogels

Vogels als duiven, kauwen en meeuwen horen bij steden, dus ook bij Amersfoort. In principe bestrijdt de gemeente ze dan ook niet.

Niet voeren

In de stad vinden vogels zelf genoeg voedsel om te overleven. Voer je ze extra brood, patat en ander eten? Dan planten zij zich razendsnel voort. Te veel vogels kunnen overlast veroorzaken. Het voedsel zorgt bovendien voor ratten en muizen. Strooi daarom geen brood, kruimels of ander voedsel op straat, terras of balkon of in het water. De kans is heel groot dat de vogels dan al snel op een andere plek hun voedsel gaan zoeken.

Holle ruimtes afschermen

Vogels nestelen niet alleen in holten van oude bomen. Ook doen ze dat onder daken, in gaten van muren en in schoorstenen. Bij ernstige overlast kun je deze holle ruimtes afschermen. Deze plaatsen zijn dan niet meer geschikt als nestruimte. Doe dat wel buiten het broedseizoen, anders pleeg je een milieudelict.

Nestbeheer bij ganzen

Op locaties waar ganzen overlast veroorzaken kan de gemeente nestbeheer toepassen. Hierbij worden de eieren zo behandeld dat de ontwikkeling van het embryo in een vroeg stadium wordt gestopt. Nestbeheer is de meest effectieve en diervriendelijke manier om te zorgen dat er niet te veel ganzen komen.

Eikenprocessierups

De eikenprocessierups is er elk jaar, aan het begin van de zomer. Hij zit alleen in eikenbomen. Van de brandharen van de rups krijg je jeuk, huiduitslag of irritatie aan ogen of luchtwegen. De gemeente haalt de rupsen en hun nesten weg uit bomen in openbaar gebied. Lees er meer over op de pagina Eikenprocessierups.

Spinselmot

De spinselmot, ook wel stippelmot genoemd, verschijnt vooral in het voorjaar. De mot laat een soort spinrag op bomen en struiken achter. De spinselmot is niet schadelijk, ook niet voor het groen. De gemeente bestrijdt de spinselmot dan ook niet.

De spinsels van een spinselmot; lijkt op een rommelig spinnenweb
Spinselmot

Luizen in bomen

Bladluizen komen vooral voor in lindebomen, maar soms ook in esdoorns, haagbeuken of eikenbomen en veel andere bomen. Ze produceren een plakkerig, honingachtig goedje. De gemeente krijgt daar in de zomer vaak meldingen over. Soms is deze aanslag zelfs zwart. Dan zit er een schimmel op en wordt het roetdauw genoemd. Luizen zijn niet schadelijk voor de volksgezondheid of de boom.

De gemeente kapt geen bomen vanwege luizenoverlast. Een flinke regenbui spoelt de meeste luizen van de bladeren af.

Proeven met bestrijden van luizen

De gemeente heeft in het verleden verschillende proeven gedaan om luizen te bestrijden.

Inzet van lieveheersbeestjes

Lieveheersbeestjes eten luizen. Daarom heeft de gemeente geprobeerd de luizen te bestrijden met lieveheersbeestjes. Uit de proef bleek echter dat de mieren, die de luizen beschermen, de lieveheersbeestjes opaten.

Injecteren van knoflookextracten

De lucht van knoflook zou luizen moeten verjagen. De gemeente heeft knoflookextracten in de grond en de wortels van de boom geïnjecteerd. Helaas zonder resultaat.

Beluchten grond rond bomen

Het verbeteren van de ondergrondse groeiplaats van bomen zou moeten zorgen voor minder luizen. De gemeente heeft dit in 2016 op een aantal plekken uitgevoerd. De komende jaren moeten uitwijzen of dit resultaat oplevert.

Snoeien van bomen

De gemeente heeft bomen gesnoeid die veel overlast gaven. Ook dit leverde niet het gewenste resultaat op.

Helaas zijn de proeven dus zonder succes. Er is nog geen goede methode gevonden om luizen te bestrijden. Dat geldt ook voor andere gemeenten.

Ratten

Voor overlast van ratten in de openbare ruimte, maar ook in je eigen tuin, erf, schuur of huis, kun je altijd een melding doen bij de gemeente.

Bijen of hommels

Heb je een groep bijen gezien in je tuin of in het openbare park? Als je een bijenzwerm ziet in Amersfoort, Hoogland, Hooglanderveen, Soest of Leusden, kun je het alarmnummer van de Imkersvereniging Eemkwartier bellen: 06 12803818 (Jan Buijs). Als er niet wordt opgenomen, bel dan 06 15825471 (secretaris). Voor andere gemeenten kun je terecht bij het Meldpunt bijenzwerm. Alle andere soorten bijen moet je met rust laten. Ze steken niet en ze zijn beschermd.

Hommels zijn niet agressief en hoeven niet weggehaald te worden. Op www.knnv.nl/hommels staat meer informatie over hommels en advies wat te doen met een hommelnest.

Exotische mier (mediterraan draaigatje)

Het mediterraan draaigatje is een exotische mier die zich sinds 2013 verspreidt in Nederland. De soort is nog niet gezien in Amersfoort.

Mediterrane draaigatjes overleven alleen op plekken die flink opwarmen door de zon. Daarom zijn ze vooral te vinden bij stoepen, muren en stenige tuinen op het zuiden. Mediterrane draaigatjes leven met meerdere koninginnen en een veel groter volk in 1 kolonie. Die zorgt soms voor overlast.  

Mediterrane draaigatjes maken grote nesten onder de grond die ze onderling verbinden met gangen. Tegels kunnen daardoor verzakken. Soms kruipen ze bij huizen naar binnen op zoek naar voedsel en warmte. Als ze bijten kan dat een vervelend gevoel geven.

Herkennen

Het mediterraan draaigatje lijkt erg veel op de wegmier, maar is iets kleiner. Je kunt hem beter herkennen aan zijn gedrag. Ze zijn agressiever dan andere mieren en bijten soms. Dan draaien ze hun achterlijf om in de wond een irriterende stof te verspreiden (vandaar de naam). Draaigatjes lopen altijd met veel tegelijk in grote groepen of lange rijen. Bij rustig zomerweer verschijnen op zonnige plekken de typische kratervormige uitgangen van het nest.  

Wat kun je doen?

Het mediterraan draaigatje is lastig te bestrijden. Heet water of gif in het nest gieten heeft maar kort effect. Dit is ook schadelijk voor planten en nuttige dieren. De kolonie herstelt zeer snel omdat de koninginnen samen enorm veel eitjes leggen. Voorkomen is daarom beter dan genezen. Zorg voor voldoende schaduw in de tuinen en neem maatregelen tegen bladluizen, want die eten ze. Geef reuksporen geen kans. Ruim in huis en daarbuiten alle voedselbronnen (suikerpot, jam, etensresten op aanrecht of tuintafel) na gebruik altijd direct op.

Kijk voor meer informatie op de website van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen.

Andere dieren

Van overlast door wespen in de openbare ruimte, kun je een melding doen bij de gemeente. Als deze in je eigen tuin, erf, schuur of huis zitten, moet je zelf een ongediertebestrijder regelen.