Kruidenrijke bermen voor bijen, vlinders en insecten

Algemeen

Op bestaande plekken maaien we het gras minder waardoor hier kruiden kunnen groeien. Daarnaast leggen we kruidenrijke bermen aan. Die 2 dingen zorgen voor meer bijen, vlinders en insecten. En dat is goed voor de biodiversiteit.

Ecosysteem

De natuur is een slim en samenhangend systeem van allerlei soorten organismen: planten, insecten, bijen, vlinders, vogels, vleermuizen, schimmels, zoogdieren en nog veel meer. Om te kunnen overleven zijn ze van elkaar afhankelijk, ze hebben elkaar nodig. En die natuur is ook voor ons van levensbelang.

Vinden bijen bijvoorbeeld geen bloemen waar ze stuifmeel uit kunnen halen, dan verdwijnen ze of sterven ze uit. Dat heeft grote gevolgen. Want bijen doen belangrijk werk, zoals planten bevruchten. Als planten niet bevrucht worden, verdwijnt ook het groen dat we nodig hebben om onszelf te voeden: groenten, noten, granen en vruchten.

De kruidenrijke bermen

Om de biodiversiteit te verbeteren, leggen we goede groeiplaatsen voor kruidenrijke bermen aan in de stad. Op de volgende plekken is dat al gebeurd:

  • Radiumweg: op de grasstrook naast de zijgevel van het pand met huisnummer 15.
  • Libelle: op het westelijke deel van het grasveld, in de punt richting het water.
  • Zeldertsepoort: op de strook langs de noordkant van de Zeldertsepoort. 
  • Meridiaantunnel: op de stroken gras aan beide kanten van de Meridiaantunnel, tussen het spoor en de Keerkring, naast Het Element.
  • Nijkerkerstraat: op de grasstroken ten westen van de Nijkerkerstraat, net voor de Van Tuyllstraat.
  • Hoefseweg: op de grasstrook tussen de Beeldschermweg en de Terminalweg.
  • Het Masker: op de groenstrook tussen het voetpad en de parkeerplekken, ter hoogte van de appartementencomplexen met huisnummers 152-182.
  • Het Geheugen: op de groenstrook aan de waterkant ten noordwesten van Het Geheugen.
  • Kapelweg: op 3 plekken in de groenstrook ter hoogte van huisnummers 58-68.
  • Surinamelaan: op een deel van het grasveld tussen de 2 appartementencomplexen met huisnummers 52-66.
  • Van Opdamstraat: op de groenstrook tussen het voetpad en het parkeerterrein.
  • Waterdreef: op de groenstrook ter hoogte van huisnummers 10-58.
  • Kattenbroekerweg: op 2 plekken in de groenstrook ter hoogte van huisnummers 8-42. En tussen de Kattenbroekerweg en de parkeerstrook bij Garietstraat huisnummers 1-31.
  • Holkerweg: op 3 plekken in de groenstrook ten oosten van de weg. Tussen de Grimbeertstraat en het Kanteklaarpad, ter hoogte van het Rederijkerspad en tussen de Paladijnenweg en de Grimbeertstraat.
  • Zangvogelweg: op de groenstrook parallel aan de Zangvogelweg naast het water, ten zuiden van de Albatrosstraat.
  • Trekvogelweg: op 3 grasvelden ten oosten van de Trekvogelweg. Tussen de Ganzenstraat en Plevierstraat en op de 2 veldjes tussen de Meeuwenstraat en Albatrosstraat.
  • Malewetering: op de meest westelijke strook van het Maleweteringpark ten noorden van het voetpad.
  • Bolwerk: op de grasvelden rondom het Bolwerk.
  • Paladijnenweg: op de groenstrook tussen het Lancelotpad en de Kattenbroekerweg.
  • Weberstraat: op het grasveld tegenover de Rameaustraat.

Stabiele meerjarige begroeiing

Waar nodig is de grond verbeterd voor een ideale start voor een kruidenrijke berm.

Vervolgens is een mengsel van kruiden en bloemen ingezaaid en zijn bollen geplant. Het zaaimengsel is in Nederland gekweekt en past bij het landschap. Zo hebben de plekken als ze begroeid zijn de meeste kans op bezoek van bijen, vlinders en insecten. De bollen geven in het voorjaar ook nog een extra fleurig beeld. In de komende 5 jaar ontstaat dan een stabiele begroeiing.

Bekijk hieronder de video van de Koninklijke Ginkel Groep over kruidenrijke bermen in Amersfoort.

Kruidenrijke bermen Amersfoort

Ontwikkeling vegetatie

Het kruidenmengsel bestaat uit eenjarige, tweejarige en meerjarige soorten. Het eerste jaar zijn vooral de eenjarige soorten te zien. Denk aan klaprozen en kamille.

Foto van een kruidenrijke berm vol groen en met rode, witte en gele bloemen
Beeld van de eerste fase van de kruidenberm.

De jaren daarna verdwijnen deze soorten. Het tweede jaar is een overgangsjaar. Via tweejarige soorten (bijvoorbeeld margrieten) ontwikkelt de vegetatie zich naar een vaste vegetatie. Dit is het doel van de ontwikkeling: een vegetatie met vaste soorten die elk jaar terugkeren.

Een kruidenrijke berm, vol groen en witte en paarse bloemen
Beeld van de tweede fase van de kruidenberm.

De vaste vegetatie bestaat uit een ruige beplanting met gras en kruiden. Kruidensoorten die daarin voorkomen zijn bijvoorbeeld duizendblad, rolklaver, knoopkruid, heelblaadjes en vijfdelig kaasjeskruid.

Een kruidenrijke berm vol met hoge groen beplanting
Kruidenberm met vaste soorten die jaarlijks terugkeren.

Ontwikkeling volgen

We willen een kruidenbegroeiing die in balans is, dus zonder soorten die overheersen. Daarom houden we de groei en bloei de komende 5 jaar in de gaten. Waar nodig sturen we bij.

Een keer per jaar wordt de vegetatie gemaaid. Het is belangrijk dat dit pas gebeurt als de kruiden hun zaad hebben kunnen verspreiden. Hiervoor moet de vegetatie al even uitgebloeid zijn. De kruiden kunnen er daardoor even dor uitzien, maar dit is belangrijk voor de ontwikkeling. In oktober wordt er dan gemaaid. Het maaisel wordt weggehaald, anders kan dit invloed hebben op de bodem. 

Lees het interview met Bram van Schaffelaar over hoe hij ervoor zorgt dat de kruidenbermen zich goed ontwikkelen.