Ontwikkeling kruidenbermen

Algemeen

We houden goed in de gaten dat de kruidenbermen zich goed ontwikkelen. Bram van Schaffelaar legt uit hoe we dat doen. Bram is natuurtechnisch adviseur bij Ginkelgroep uit Veenendaal. Dit bedrijf legt in opdracht van de gemeente kruidenbermen aan in Amersfoort en zorgt ervoor dat ze in een aantal jaren goed ontwikkelen.

Wat is een goede bijen- en vlinderberm?

"In onze ogen is dat een berm met veel verschillende bloeiende soorten planten. En dan vooral inheemse soorten. Dat zijn plantsoorten die in Nederland in het wild voorkomen en hier dus thuishoren. Zo ontstaat een goed leefgebied voor met name insecten als vlinders, bijen, hommels, zweefvliegen en kevers."

Man zittend tussen bloemen en kruiden
Bram van Schaffelaar zittend in een kruidenrijke berm

Wanneer is een goede bijen- en vlinderberm ‘volgroeid’?

"Volgroeid betekent eigenlijk dat de meeste ingezaaide soorten zich hebben gevestigd en een stabiel geheel vormen. Dit duurt over het algemeen 3 tot 5 jaar na het inzaaien. De begroeiing bevat veel verschillende soorten. Doordat er veel ‘overblijvende’ plantensoorten in de bermen te vinden zijn, komen ze jaar na jaar weer terug."

Wat doen jullie bij aanleg?

"Het belangrijkste bij de aanleg is dat we een zaaibed maken. Daar maken de in te zaaien soorten een goeie kans om zich te ontwikkelen. Daarvoor voeren we eerst een bodemonderzoek uit. Zo brengen we in kaart welke kansen en/of gevaren de huidige bodem biedt. Door een aantal monsters te nemen krijgen we onder andere inzicht in beschikbaarheid van voeding en het vochtgehalte. Afhankelijk van wat daar precies uitkomt maken we een plan. Maar in de basis is zo min mogelijk verstoring in het aanlegproces gewenst. Dus niet frezen of verdichten van de bodem. Het afschrapen van de door grassen overheerste toplaag en licht bewerken van de grond is vaak het meest wenselijk."

Hoe volgen jullie de ontwikkeling?

"Wij volgen de ontwikkeling op de voet door 3 keer per jaar een opname te doen van de aanwezige planten. Daardoor zien we welke soorten zich ontwikkelen: uit het mengsel of spontaan en in welke hoeveelheden. Daarvan maken we een soortenlijst. We houden de ontwikkelingen en onze waarnemingen bij in een zogenaamd monitoringslogboek. Dat logboek kan specifieke ecologische informatie koppelen aan die waarnemingen. Zo hebben we nauwkeurig inzicht hoe de beplanting zich ontwikkelt naar een bloemrijk grasland. Dit vermelden we allemaal in de jaarrapportages die we aan het einde van het groeiseizoen delen met de gemeente."

Hoe sturen jullie bij?

"Uit de monitoring kan komen dat bepaalde ongewenste soorten zich hebben gevestigd. Dit kunnen bijvoorbeeld invasieve exoten zijn: plantensoorten die niet in Nederland thuishoren en door de mens hier naartoe zijn gehaald. Ze hebben zich weten te vestigen in de natuur en woekeren extreem. Deze soorten bedreigen de diversiteit van de bermen en verwijderen we daarom handmatig. Maar ook Nederlandse soorten zoals riet of ridderzuring kunnen dat en bestrijden we ook. Afhankelijk van de ontwikkeling kunnen we ook gaan variëren in maaimomenten of we kunnen bepaalde soorten gaan bij zaaien. Als blijkt dat er bepaalde voedingsstoffen te veel of juist te weinig aanwezig lijken te zijn, kunnen we daar soms ook wat aan bijsturen."

Contact

Heb je vragen over de uitvoering van de werkzaamheden? Neem telefonisch contact op of stuur een e-mail naar Bram van Schaffelaar. Bellen kan naar telefoonnummer 06 5899 4406. Een e-mail kan naar  bvanschaffelaar@ginkelgroep.nl.