Fietsen met een beperking
Algemeen
Heb je een beperking en gebruik je een aangepaste fiets of een ander gehandicaptenvoertuig als hulpmiddel? Dan mag je dit voertuig gebruiken op plaatsen waar fietsen niet is toegestaan (zoals bijvoorbeeld in winkelcentra).
Regels
Gehandicaptenvoertuigen zijn toegestaan op trottoirs en in voetgangersgebieden. De wet omschrijft een gehandicaptenvoertuig als ‘een voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter, niet harder kan rijden dan 45 km per uur en geen bromfiets is’. In de praktijk gaat het dan bijvoorbeeld om een scootmobiel, loopfiets, driewielfiets of handbike.
Geen ontheffing nodig
Voor het gebruik van een aangepaste fiets of een ander gehandicaptenvoertuig op het trottoir is geen ontheffing nodig. De algemene regels voor gehandicaptenvoertuigen bieden voldoende ruimte om bij je bestemming te kunnen komen.
Pas je rijgedrag aan
Je mag met je gehandicaptenvoertuig op het trottoir en in voetgangersgebieden fietsen. Pas je rijgedrag wel aan en zet je fiets zo neer dat anderen er geen hinder van hebben. Anders kunnen handhavers alsnog optreden.