Familiewonen
Algemeen
De gemeente helpt familieleden om dicht bij elkaar te wonen door makkelijker een vergunning te verlenen voor het wonen in een bijgebouw bij een woning (een bijbehorend bouwwerk). De vergunning geldt voor maximaal 10 jaar. Voorwaarde is dat in de familiewoning iemand woont die een eerstegraads familielid is van een bewoner van de bestaande woning.
Hieronder lees je hoe je een aanvraag voor een familiewoning kunt doen.
Houd bij de hand
Houd bij de aanvraag de volgende gegevens bij de hand:
- Een uitleg over de reden voor de aanvraag.
- Een uitleg over de huidige en toekomstige bewoning van de bestaande woning en de tijdelijke familiewoning.
- Het aantal jaar waarvoor je een vergunning aangevraagd (maximaal 10).
- Voeg een situatietekening toe van het perceel waarop zowel de bestaande als de nieuwe situatie te zien is, inclusief maatvoering. Geef op de tekening aan waar het (bij)gebouw komt, waar verharding en groen zijn gepland en waar auto’s, fietsen en containers komen te staan.
- Geef aan hoe je aan het parkeerbeleid voldoet.
Aanvragen
Vraag een vergunning aan om af te wijken van het omgevingsplan. Dit is nodig als je tijdelijk in een bijgebouw wilt wonen. De aanvraag kost € 400,-.
Aanvragen kan bij het omgevingsloket
Na je aanvraag
Binnen 8 weken hoor je of je de vergunning krijgt. Als je aanvraag niet volledig is, krijg je tijd om deze aan te vullen. Deze extra tijd wordt bij de 8 weken opgeteld. Bij complexe aanvragen kan de gemeente de termijn eenmalig met 6 weken verlengen. Je ontvangt hierover een schriftelijk bericht.
Voorwaarden
- Familiewonen is mogelijk op het perceel bij een bestaande woning. Een perceel is het stuk grond dat bij de woning hoort, ongeacht hoe het kadastraal is ingedeeld.
- Het gaat om de bewoning van een bouwwerk dat bij de bestaande woning hoort voor een periode van maximaal 10 jaar.
- Het bouwen of verbouwen van een tijdelijke woning is toegestaan als dit voldoet aan de bouwregels van het omgevingsplan of als de gemeente instemt met een afwijking hiervan. De gemeente stemt in met een afwijking als het omgevingsplan een kleinere oppervlakte toestaat dan vergunningsvrij mogelijk is. In dat geval wordt de vergunningsvrije oppervlakte aangehouden.
- De twee huishoudens zijn eerstegraads familie van elkaar. Een eerstegraads familielid is een ouder, kind, partner van een kind, of een ouder of kind van de partner.
- De woning moet geschikt zijn om in te wonen.
- De extra woning leidt niet tot een onevenredige verslechtering van het woon- en leefmilieu. Belangrijk is dat de familiewoning geen overlast veroorzaakt en dat bedrijven in de buurt er geen hinder van hebben.
- Er moet voldaan worden aan het parkeerbeleid.