direct naar inhoud van 5.8 Geluid
Plan: Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00070-0303

5.8 Geluid

5.8.1 Wet geluidhinder

De basis voor de ruimtelijke afweging van geluid is de Wet geluidhinder (Wgh). Overeenkomstig de Wgh zijn (spoor- ) wegen en industrieterreinen waar zich grote lawaaimakers kunnen vestigen voorzien van zones. Het gebied binnen deze zones geldt als akoestisch aandachtsgebied waar een toetsing uitgevoerd dient te worden. Daarbij beperkt de Wgh zich tot een toetsing ter plaatse van zogenaamde geluidsgevoelige objecten. Dit zijn onder andere woningen, onderwijsgebouwen, gezondheidszorggebouwen, kinderdagverblijven, woonwagenstandplaatsen en ligplaatsen voor woonboten.

Bij vaststelling van een bestemmingsplan komen in de volgende gevallen de regels van de Wgh aan de orde:

  • het bestemmen van gronden voor nieuwe of gewijzigde geluidgevoelige objecten nabij (spoor-) wegen en industrieterreinen;
  • het bestemmen van gronden voor de realisatie of wijziging van (spoor-) wegen (met uitzondering van rijksinfrastructuur, zie § 5.8.2) en industrieterreinen;
  • het wijzigen van zonegrenzen van industrieterreinen.

De Wgh werkt met een systeem van voorkeursgrenswaarden en maximaal toegestane geluidsbelastingen. Indien een voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, kan onder bepaalde voorwaarden een hogere grenswaarde worden vastgesteld. Hierbij mag de geluidsbelasting nooit hoger zijn dan de maximaal toegestane geluidsbelasting. De voorkeursgrenswaarde en maximaal toegestane geluidsbelasting voor nieuwe of bestaande geluidgevoelige bestemmingen verschillen per locatie en per geluidssoort.

5.8.2 Swung 1

Per 1 juli 2012 is Swung 1 in werking getreden. Het gaat om een wijziging van de Wet milieubeheer die onder andere heeft geresulteerd in de invoering van geluidsproductieplafonds voor rijksinfrastructuur (rijkswegen en spoorwegen). Een geluidsproductieplafond geeft de toegestane geluidsproductie (geluidwaarde in Lden) vanwege een weg of spoorweg aan. Geluidsproductieplafonds gelden op referentiepunten langs rijkswegen en spoorwegen. De ligging van de referentiepunten, de grenswaarden en de bijbehorende gegevens zijn opgenomen in een openbaar, elektronisch toegankelijk geluidsregister. De wegbeheerders (Rijkswaterstaat en Prorail) moeten aan de grenswaarden op de referentiepunten voldoen en dat jaarlijks aantonen.

De nieuwe regels zijn, wat de rijksinfrastructuur betreft, in plaats gekomen van de regels in de Wet geluidhinder omtrent de aanleg en reconstructie van een weg en de aanleg of wijziging van een spoorweg. Bij bouwen langs rijkswegen en spoorwegen blijft de Wet geluidhinder gelden, maar moet bij de berekening van de geluidsbelasting gebruik gemaakt worden van de brongegevens uit het register. Ook op decentraal beheerde wegen en spoorwegen blijft de Wet geluidhinder van toepassing.

5.8.3 Verkeerslawaai

In de Wgh is bepaald dat elke weg van rechtswege een geluidszone heeft (Wgh art. 74 lid 1). Een uitzondering hierop zijn wegen die zijn gelegen in een 30 km/uur-zone of in een woonerf. De breedte van de geluidszones is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van een weg (zie tabel hieronder).

Tabel: zones langs wegen

  aantal rijstroken   zonebreedte (meter)  
stedelijk gebied   1 of 2   200  
  3 of meer   350  
buitenstedelijk gebied   1 of 2   250  
  3 of 4   400  
  5 of meer   600  

In geval van een nieuwe of gewijzigde weg of nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen zones langs wegen is akoestisch onderzoek vereist. Op basis van de uitkomsten kunnen zo nodig maatregelen worden overwogen.

De voorkeursgrenswaarde voor geluidsgevoelige bestemmingen bedraagt in de meeste gevallen 48 dB (Lden). De maximaal toegestane geluidsbelasting bedraagt 68 dB (Lden), afhankelijk van de situatie.

5.8.4 Spoorweglawaai

Spoorwegen hebben een zone, waarvan de breedte afhankelijk is van de hoogte van het geluidsproductieplafond. In artikel 1.4 van het Besluit geluidhinder is de breedte van de zone aangegeven. De zonebreedte varieert van 100 tot 1.200 meter en is afhankelijk van het geluidsproductieplafond. Bij ontwikkelingen rond geluidsgevoelige bestemmingen in de zone of wijzigingen aan de spoorlijn moet akoestisch onderzoek worden gedaan. Op basis van de uitkomsten kunnen zo nodig maatregelen worden overwogen.

De voorkeursgrenswaarde en maximaal toegestane geluidsbelasting bedragen respectievelijk 55 en 68 dB (Lden), afhankelijk van de situatie.

5.8.5 Industrielawaai

Rondom industrieterreinen waarop de mogelijkheid aanwezig is tot vestiging van zogenaamde grote lawaaimakers, is op grond van art. 41 van de Wgh een geluidszone vastgesteld. In geval van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen de zone of een wijziging aan het industrieterrein of de geluidszone is een akoestisch onderzoek vereist. Op basis van de uitkomsten kunnen zo nodig maatregelen worden overwogen.

De voorkeursgrenswaarde en maximaal toegestane geluidsbelasting bedragen respectievelijk 50 en 65 dB(A) (Letm), afhankelijk van de situatie. Buiten de zone mag de geluidsbelasting nooit meer dan 50 dB(A) (Letm) bedragen. Er dient te worden gewaarborgd dat deze waarde, en de eventuele vastgestelde hogere grenswaarden niet worden overschreden. Middels zogenaamd zonebeheer wordt daarvoor continu de totale vergunde geluidsbelasting vanwege het industrieterrein beheerd.

5.8.6 Geluidsnota gemeente Amersfoort

De gemeente heeft beleid opgesteld met betrekking tot het vaststellen van hogere grenswaarden (Geluidsnota gemeente Amersfoort, vastgesteld op 11 november 2008). Hierin zijn criteria en voorwaarden opgenomen die aan het verlenen van hogere grenswaarden worden verbonden.

5.8.7 Bouwen in een geluidszone

Indien geluidgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder worden geprojecteerd binnen geluidszones langs een weg, een spoorweg of een industrieterrein, moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd naar de geluidbelasting. Geluidsgevoelige bestemmingen zijn alleen toegelaten als wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder en de voorwaarden uit de gemeentelijke geluidsnota.

5.8.8 Geluid in relatie tot het plangebied


Isselt

Geluidsgezoneerd industrieterrein

Op het bedrijventerrein Isselt zijn enkele bedrijven gelegen welke worden aangemerkt als zogenaamde "grote lawaaimakers" als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder (betonmortelcentrales Mebin en Van der Kamp en de waterzuivering RWZI). Rond industrieterreinen waar deze "grote lawaaimakers" zijn gevestigd of gevestigd kunnen worden is het verplicht een zone aan te geven waarbuiten de cumulatieve geluidbelasting van dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet overschrijdt. Isselt is dan ook een geluidgezoneerd bedrijventerrein. Op onderstaande afbeelding is de huidige geluidszone weergegeven. Deze zone is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 3 juni 1993. De geluidszone is gelegen binnen de gemeente Amersfoort en de gemeente Soest.

Afbeelding: Bestaande geluidszone industrieterrein Isselt (groen gekleurd)

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00070-0303_0018.png"

De bedrijven op het gezoneerde deel van het bedrijventerrein mogen gezamenlijk buiten de zone geen hogere geluidbelasting veroorzaken dan 50 dB(A) etmaalwaarde. Dit bepaalt ruwweg ook de ligging van de zonegrens. De vergunde 50 dB(A)-contour wordt bepaald door het cumulatieve geluidsniveau dat de bedrijven gezamenlijk veroorzaken op basis van wat in hun milieuvergunning is toegestaan. Dat plaatselijk de zonegrens ruimer (verder weg) is gekozen komt door het feit dat meestal logische (in het terrein zichtbare) grenzen worden gekozen of om geluidruimte te reserveren voor uitbreidingen en/of nieuwvestiging op het gezoneerde bedrijventerrein.

Het doel van de zonering is het vastleggen van een ruimtelijke reservering voor het geluid dat door de bedrijven op dat terrein mag worden geproduceerd enerzijds en anderzijds een blijvende bescherming te bieden voor geluidsgevoelige functies in de geluidszone. Het feit dat er een geluidzone rond het industrieterrein is vastgesteld heeft consequenties op het moment dat men geluidsgevoelige bestemmingen wil realiseren in het gebied van de zone.

Dit is in principe alleen toegestaan als dove gevels worden toegepast, de geluidsbelasting vanwege het gezoneerde industrieterrein niet hoger is dan 50 dB(A) of als een hogere grenswaarde wordt vastgesteld.

Vanuit milieuhygiënisch oogpunt bezien is het ongewenst geluidgevoelige bestemmingen op het bedrijventerrein zelf te situeren. Enerzijds kunnen de bewoners of gebruikers relatief veel hinder ondervinden van omliggende bedrijven en anderzijds kunnen bedrijven worden belemmerd in hun bedrijfsvoering en/of uitbreidingsmogelijkheden. Het industrieterrein zelf maakt formeel echter geen deel uit van de vastgestelde geluidszone. Op het bedrijventerrein is, voor wat betreft industrielawaai, de Wet geluidhinder niet van toepassing. Geluidsgevoelige functies genieten anders dan bijvoorbeeld woningen in een woonwijk, echter vrijwel geen bescherming op grond van de Wet milieubeheer. Het is daarom ook ongewenst om nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen op het gezoneerde deel van het terrein toe te staan.

Het gedeelte van het bedrijventerrein Isselt dat na het vaststellen van de geluidszone is bestemd als bedrijventerrein en momenteel niet deel uitmaakt van het geluidgezoneerde gedeelte wordt ook in de toekomst niet onderworpen aan een cumulatieve geluidbeoordeling door dit gedeelte niet samen te voegen met het gezoneerde gedeelte. De huidige grenzen van het geluidgezoneerde terreingedeelte en de daarbij behorende vastgestelde geluidszone blijven zo ongewijzigd. Bedrijven op het niet geluidgezoneerde bedrijventerrein worden uitsluitend beoordeeld in het kader van de toepassing van de Wet milieubeheer en niet in het kader van de toepassing van de Wet geluidhinder.

Het bestemmingsplan blijft conserverend van aard. De geluidzone kan intact blijven nu er geen behoefte is aan meer geluidruimte dan is toegestaan. In de komende periode zal er eerder aanleiding zijn de zone te verkleinen op het moment dat delen van het bedrijventerrein, zoals de Kop van Isselt een andere bestemming krijgen (nu nog niet aan de orde). Dergelijke ontwikkelingen zijn aanleiding de zone te verkleinen vooral wanneer niet kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde binnen een geluidzone.

Wet geluidhinder en goede ruimtelijke ordening

Binnen en in de directe omgeving van het plandeel zijn wegen, spoorwegen, het geluidsgezoneerde NS-emplacement en de daarbij behorende geluidszones aanwezig. Binnen het plandeel worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder geprojecteerd bij de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan, zodat de toepassing van de Wet geluidhinder niet relevant is.

Ook buiten de wettelijk geluidzones worden geen geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd, zodat ook in het kader van goede ruimtelijke ordening geen aandacht behoeft te worden besteed aan geluid van weg- en spoorweglawaai.

De Hoef, Calveen, De Wieken en Vathorst

Bedrijventerrein

De Hoef, Calveen, De Wieken en Vathorst zijn niet gezoneerd ingevolge de Wet geluidhinder. Wel kennen de plandelen sinds de vaststelling van het bestemmingsplan een inwaartse milieuzonering (zie paragraaf 5.3). Door het toepassen van het categorie-indelingsssysteem is bij de uitgifte van kavels rekening gehouden met het beperken van de geluidbelasting van bedrijven naar de omgeving (geldt ook voor stof, luchtverontreiniging en externe veiligheid).

Wet geluidhinder en goede ruimtelijke ordening

Binnen en in de directe omgeving van de plandelen zijn wegen en de daarbij behorende geluidszones aanwezig. Binnen het plandeel worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder geprojecteerd bij de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan, zodat de toepassing van de Wet geluidhinder niet relevant is.

Ook buiten de wettelijk geluidzones worden geen geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd, zodat ook in het kader van goede ruimtelijke ordening geen aandacht behoeft te worden besteed aan geluid van wegverkeerslawaai.

De Brand

Wet geluidhinder en goede ruimtelijke ordening

Binnen en in de directe omgeving van de plandelen zijn wegen en de daarbij behorende geluidszones aanwezig. Binnen het plandeel worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder geprojecteerd bij de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan, zodat de toepassing van de Wet geluidhinder niet relevant is.

Ook buiten de wettelijk geluidzones worden geen geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd, zodat ook in het kader van goede ruimtelijke ordening geen aandacht behoeft te worden besteed aan geluid van wegverkeerslawaai.