direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Maatweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00018-0301

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Inleiding

In deze paragraaf is het relevante provinciale beleid omschreven. Alleen beleid dat gevolgen heeft voor het plangebied van dit bestemmingsplan wordt hier benoemd, te weten de ruimtelijke structuurvisie, de provinciale verordening en "de Grebbelinie boven water". Van belang om te weten is dat de huidige structuurvisie loopt tot en met 2015, maar dat al in januari 2010 begonnen is met het voorbereiden van een nieuwe structuurvisie. Tegelijkertijd wordt een nieuwe provinciale verordening voorbereid om zaken uit de nieuwe structuurvisie als provinciaal belang vast te stellen.

Een voorontwerp van de nieuwe structuurvisie is op 5 juli 2011 door Provinciale Staten vastgesteld. Daarop hebben diverse belanghebbenden kunnen reageren. Vervolgens hebben van 3 april tot en met 14 mei 2012 het ontwerp van de ruimtelijke structuurvisie 2013-2028, ontwerp provinciale ruimtelijke verordening én de planMER (Milieu Effect Rapportage behorende bij de provinciale structuurvisie en verordening) ter inzage gelegen, waarop een ieder zienswijzen kon indienen. De zienswijzen zijn van een eerste reactie van de provincie voorzien in een nota van beantwoording, dat op 28 augustus 2012 is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Utrecht. Vervolgens kon iedereen die een zienswijze of opmerking heeft ingediend zijn of haar zienswijze op een hoorzitting kunnen toelichten en kunnen reageren op de nota van beantwoording. Vervolgens stellen Provinciale Staten van de provincie Utrecht de provinciale structuurvisie én de provinciale ruimtelijke verordening definitief vast, waarbij de nota van beantwoording en de toelichtingen tijdens de hoorzittingen worden betrokken. Vaststellling vindt plaats rond de jaarwisseling van 2012/2013, waarna begin 2013 de nieuwe provinciale structuurvisie en verordening in werking treden.

3.2.2 Ruimtelijke structuurvisie provincie Utrecht

Bij het provinciale beleid is met name de Ruimtelijke Structuurvisie Provincie Utrecht van belang. Deze structuurvisie is ontstaan door een beleidsneutrale omzetting van het streekplan 2005-2015 van de provincie Utrecht. Deze omzetting vond plaats op 1 juli 2008. Provinciale Staten hebben hiervoor de “Beleidslijn nieuwe Wro” vastgesteld op 23 juni 2008. In de structuurvisie worden verschillende ruimtelijke functies afgewogen en keuzen bepaald. Ook worden bestemmings- en bouwplannen van gemeenten aan de structuurvisie getoetst.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0030.jpg"

Figuur: Plankaart Structuurvisie Provincie Utrecht.

De rode contouren

De provincie wil dat nieuwe bouwmogelijkheden binnen bestaand stedelijk gebied goed worden benut. Dit heeft geleid tot een ruimtelijk beleid dat compactheid van bebouwingskernen nastreeft. Dit is vertaald in een ruimtelijke afbakening van de kernen door middel van de rode contouren. Door de rode contouren wordt de contrastwerking tussen stad en land waar mogelijk versterkt. De verstedelijkingsambities van de gemeenten moeten plaatsvinden binnen de rode contouren. De rode contouren omsluiten in het algemeen de bestaande bebouwingskernen met de stedelijke uitbreidingslocaties. Aan de westzijde van de stad is de rode contour op de Bunschoterstraat gelegd. Dat wil zeggen dat het hele plangebied van het bestemmingsplan Maatweg binnen de rode contour valt. Het hele plangebied is aangegeven als bestaand stedelijk gebied. Binnen de rode contour stuurt de provincie niet op aantallen. Als de ontwikkelingen binnen de rode contour passen in het kwalitatieve en kwantitatieve ruimtelijke beleid uit het streekplan (behoud van kwaliteiten en waardevolle structuren, voldoende ruimte voor groen en water in de stad), dan beschouwt de provincie ze als passend in het proces van vernieuwing en functieaanpassing.

Cultureel erfgoed

De Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) bestaat uit samenhangende, historisch waardevolle structuren van bovenlokaal belang. Het zijn ruimtelijk herkenbare, dan wel in de ondergrond aanwezige structuren die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode of ontwikkeling. Voor het gebied Maatweg gaat het daarbij om de Grebbelinie. Deze verdedigingslinie is aangeduid als een zogenaamde Megastructuur.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0031.jpg"

Figuur: Cultuurhistorische hoofdstructuur.

De provinciale ambities met betrekking tot de CHS kennen drie soorten sturingsmechanismen:

  • veiligstellen: cultuurhistorie is mede sturend voor de ontwikkeling;
  • eisen stellen: cultuurhistorie geeft richting aan de mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen;
  • actief versterken: de provincie start zelf projecten.

Voor de Grebbelinie geldt zowel "veiligstellen" als "eisen stellen". Aan het veranderingsproces binnen gebieden met de aanduiding "eisen stellen" wil de provincie vanuit de cultuurhistorie voorwaarden verbinden, als kader bij het opstellen van ruimtelijke plannen en programma's van eisen voor ontwerpen en inrichtingsplannen.

Ecologische hoofdstructuur

Wat betreft de natuur wordt in algemene zin gekozen voor "natuur voor mensen, mensen voor natuur" (toegankelijke natuur, zeker rond stedelijke concentraties). Maar ook ecologie is belangrijk. Bij het streekplan hoort de kaart "Gebieden binnen groene contouren".

 afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0032.jpg"

Figuur: Ecologische hoofdstructuur.

Voor het behoud van de biodiversiteit in Nederland is jaren '90 van de vorige eeuw de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bedacht. Een nadere begrenzing, met name geografisch, van de EHS heeft plaatsgevonden in natuurgebiedsplannen. Voor Amersfoort zijn het Natuurgebiedsplan Eemland, Gelderse Vallei en Utrechtse Heuvelrug relevant. De natuurgebiedsplannen zijn sinds 2009 vervangen door één Natuurbeheerplan voor de hele provincie. Een nieuw Natuurbeheerplan (2011) is onllangs vastgesteld. De Ecologische Hoofdstructuur is planologisch in het streekplan (2005-2015) verankerd. De EHS heeft in het provinciale beleid een zogenaamde groene contour gekregen. De grenzen van de EHS zijn daarbij bijna volledig overgenomen uit de natuurgebiedsplannen (hier Natuurgebiedsplan Eemland). Op de streekplankaart "gebieden binnen de groene contour" zijn voor het plangebied Maatweg twee ecologische verbindingszones aangegeven: langs de Eem en het Valleikanaal en vanaf de Eem naar Park Schothorst. Binnen deze groene contour geldt het "Nee,tenzij principe": Een project dat de natuur te veel ('significant') aantast, mag niet worden toegestaan in het bestemmingsplan. Nee, tenzij (a) het een groot openbaar belang dient en (b) er geen alternatieven zijn buiten de natuur. Iedereen die een plan heeft voor een project in of nabij de EHS, is daarom verplicht te onderzoeken of er sprake is van significante aantasting. Om tot een nieuw bestemmingsplan te komen overlegt de gemeente met de provincie over het al dan niet toestaan van een project.

Met de komst van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is de groene contour van de EHS opgenomen in de Provinciale ruimtelijke verordening (Art.5.2) Hierin staat beschreven hoe de Groene contour vertaald moet worden in het bestemmingsplan


Recreatie en toerisme

In het streekplan c.q de structuurvisie wordt geconstateerd dat een kwalitatieve en kwantitatieve inhaalslag nodig is. Hierbij zijn de belangrijkste aandachtspunten: voldoende aanbod, bereikbaarheid, toegankelijkheid en diversiteit. De intensiteit van het gebruik verschilt per gebied, afhankelijk van de aantrekkelijkheid en de bereikbaarheid vanuit het stedelijk gebied. Fietsen, wandelen en varen zijn belangrijke vormen van recreatief medegebruik. Het recreatief medegebruik door uitbreiding van wandelpaden, fietspaden wordt gestimuleerd.

Veiligheid

Om toekomstige verbredingen en/of bundeling van hoofdinfrastructuur fysiek en financieel niet te belemmeren, dient langs de hoofdinfrastructuur uitbreidingsruimte beschikbaar te blijven. Het streekplan c.q. de structuurvisie gaat ervan uit dat langs alle hoofdinfrastructuur vrijwaringszones nodig zijn. De provincie zal de vrijwaringszones zo veel mogelijk in acht nemen, maar is wel van mening dat een vrijstellingsbeleid noodzakelijk is voor situaties waarin vrijwaringszones zorgvuldig ruimtegebruik te zeer in de weg staan. Daarom geldt ook langs de primaire waterkeringen langs het Eemmeer en de Eem een vrijwaringszone: 175 meter buitendijks en 100 meter binnendijks. In overleg met het waterschap kan tot een andere maat gekomen worden.

Overig provinciaal beleid

Natuurgebiedsplan Eemland

In het Natuurgebiedsplan Eemland, dat op 1 mei 2002 is vastgesteld, is de nieuwe begrenzing van de EHS vastgelegd. Daarnaast worden de natuurdoeltypen en subsidiepakketten beschreven die bij de begrenzing horen. Het natuurgebiedsplan is in hoofdzaak bedoeld om het gebied af te bakenen waarbinnen subsidies aan te vragen zijn voor het beheren en inrichten van natuurgebieden. De zonering uit het Natuurgebiedsplan is in het streekplan c.q. de structuurvisie overgenomen. Binnen het bestemmingsplangebied liggen twee ecologische verbindingszones (evz), die in het Natuurgebiedsplan zijn opgenomen als de evz Coelhorst - Amersfoort Schothorst. Volgens het Natuurgebiedsplan is hier 10 ha nieuwe natuur voorzien. De ecologische verbindingszones zijn met een dikke lijn op de kaart van het Natuurgebiedsplan aangegeven.

In het Natuurgebiedsplan wordt de volgende beschrijving van de ecologische verbindingszones gegeven:

  • Coelhorst & Eem: deze verbindingszone is belangrijk voor het instandhouden en ecologisch versterken van de Eem als "ecologische corridor" in het gebied Eemland en loopt door tot in de bebouwde kom van Amersfoort (waar deze uiteindelijk uitkomt in de Gelderse Vallei). Binnen de bebouwde kom is geen ruimte voor de ontwikkeling van oeverlandjes en is de te ontwikkelen verbinding verder afhankelijk van initiatieven voor natuurvriendelijke oevers binnen de gemeente Amersfoort;
  • Eem - Schothorst: langs de Grebbeliniedijk wordt een zone beoogd met bos, schraalland en poelen. Voor de realisatie van een functionele verbinding met het parkbos van Schothorst wordt daaropvolgend een zone beoogd die wordt ingericht met houtsingels, schraalland en poelen, aansluitend op de aanwezige faunapassage onder de Bunschoterstraat en op een gewenste faunapassage onder de Hamseweg.
  • Gidssoorten fauna: Poelkikker, Kamsalamander, Groene glazenmaker, Patrijs, Ree, Das, Ringslang, Rugstreeppad, Oranjetip, diverse vleermuissoorten en Hermelijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0033.jpg"

Figuur: Natuurgebiedsplan Eemland.

De natte verbindingszone vlak langs de Eem ondersteunt de Grebbeliniedijk, die parallel eraan de "droge verbinding" vormt. Streefbeeld is een verbindingszone die bestaat uit de rivier de Eem met rijke oeverbegroeiing en aanliggende natuurgebiedjes met moerasvegetatie, schrale graslandjes, poelen en vochtige ruigte en op de wat drogere (hogere) plaatsen bloemrijk grasland.

Beheer- en inrichtingsvisie Eem

In de Beheer- en inrichtingsvisie Eem uit 2003 is het beleid vertaald naar een streefbeeld voor de Eem. Aan de hand van dit streefbeeld zullen maatregelen worden geformuleerd waarmee dit streefbeeld, binnen een termijn van 15 jaar, geheel of gedeeltelijk wordt gerealiseerd. De visie is de leidraad voor de toekomstige inrichting en beheer van de Eem en haar oevers. Ontwikkelingen in de nabijheid van de Eem moeten onder andere getoetst worden aan dit plan.

Uit en thuis in de provincie Utrecht

Het provinciale Actieplan recreatie en toerisme "Uit en thuis in de provincie Utrecht" is in december 2004 vastgesteld. Het plan bevat een actieprogramma op 7 thema's. Voor het gebied Maatweg is daarbij met name thema 5 van belang: recreatieve ontsluiting met routestructuren en paden: voorzien in ontbrekende schakels en aanpakken barrières.

Waterhuishoudingsplan

Op 23 november 2009 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Waterplan 2010-2015 vastgesteld. Dit Waterplan (“richting Robuust”) is een strategisch beleidsplan en omvat het beleid voor waterveiligheid, waterbeheer en gebruik en beleving van water. De provincie Utrecht heeft hierin de keuze gemaakt voor duurzaamheid en kwaliteit, waarin duurzame watersystemen centraal staan, om daarmee een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving voor de toekomst veilig te stellen. Hierbij is rekening gehouden met de Europese kaderrichtlijn water en het beleid Waterbeheer 21e eeuw (WB21).

Meerjarenactieprogramma Streekplan 2005-2007

Op 19 april 2005 hebben Gedeputeerde Staten het Meerjarenactieprogramma Streekplan 2005 - 2007 (MAP-Streekplan) vastgesteld. In het MAP-Streekplan is opgenomen hoe de provincie actief uitvoering gaat geven aan het streekplanbeleid. In het MAP-Streekplan zijn circa 35 acties en vijf gebiedsgerichte uitvoeringsprojecten opgenomen. Voor de uitvoering van het MAP-Streekplan is 10,5 miljoen euro beschikbaar. Dit bedrag wordt vrijwel geheel besteed aan de vijf gebiedsgerichte uitvoeringsprojecten. Een van deze projecten is de Grebbelinie. Voor het herstel en ontwikkeling van de Grebbelinie is in het Meerjarenactieprogramma Streekplan 1,5 miljoen euro gereserveerd. Het gaat daarbij om een combinatie van het herstel van de structuren en elementen van de Grebbelinie als verdedigingslinie, de ontwikkeling van recreatie en toerisme en versterking van natuur en landschap.

De Grebbelinie boven water (gebiedsvisie voor de Grebbelinie)

Door provincies, gemeenten en waterschap wordt de Grebbelinie erkend als een belangrijke structuur voor de Gelderse Vallei. Reden voor de provincie Utrecht om na te gaan hoe de Grebbelinie kan worden opgeknapt, beter beleefbaar en herkenbaar kan worden gemaakt en hoe storende elementen kunnen worden verzacht. Hierdoor kan de waarde van de linie beter tot uiting komen en kan de kracht van deze lijn worden gebruikt om ontwikkelingen op het gebied van natuur(ontwikkeling), recreatie en waterbeheer te versterken en te verbeteren. Op initiatief van de provincie Utrecht en in samenspraak met verschillende partijen (provincie Gelderland, twaalf gemeenten, Waterschap, SBB en diverse andere organisaties) is een gebiedsvisie voor de Grebbelinie opgesteld en op 14 september 2006 gepresenteerd en door de betrokken partijen ondertekend. De gebiedsvisie 'De Grebbelinie boven water!' geeft een algemeen beeld voor de gehele lijn van de Grebbelinie. Daarnaast is de gebiedsvisie een document dat handvatten geeft voor andere ruimtelijke en sectorale plannen.

Aan de visie is een uitvoeringsprogramma gekoppeld met daarin een groot aantal projecten die op korte en middellange termijn worden uitgevoerd. Er zijn 11 sleutelprojecten, waarvan de "recreatieve ontsluiting van het gebied ten noorden van Amersfoort" er een is. Het gaat daarbij met name om de realisering van de Eempaden in combinatie met het versterken van de ecologische hoofdstructuur en de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten.

 

3.2.3 Nieuwe provinciale ruimtelijke structuurvisie en verordening

In de nieuwe provinciale ruimtelijke structuurvisie beschrijft de provincie Utrecht haar ruimtelijk beleid voor de periode tot 2028. Deze periode sluit aan bij die in de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van het rijk. De provincie geeft aan welke doelstellingen van provinciaal belang zijn, welk beleid de provincie voert op deze doelstellingen én hoe uitvoering gegeven wordt aan het beleid. Uitvoering is deels geregeld via de Provinciale Ruimtelijke Verordening, die tegelijk met de provinciale ruimtelijke structuurvisie is opgesteld.

Om de provincie Utrecht aantrekkelijk te houden om te wonen, werken en recreëren heeft de provincie met regiopartijen de 'strategie Utrecht 2040' ontwikkeld. De doelen uit dit strategiedocument vragen om een integrale aanpak die voor het provinciale ruimtelijke beleid resulteert in drie pijlers:

  • 1. een duurzame leefomgeving
  • 2. vitale dorpen en steden
  • 3. landelijk gebied met kwaliteit

Vanuit waar de provincie nu staat leiden de drie pijlers tot twee belangrijke beleidsopgaven, te weten een accent op de binnenstedelijke opgave door ten minste 2/3 van de woningbouwopgave binnenstedelijk te realiseren en behoud en versterking van de kwaliteit van het landelijk gebied.

Om de beleidsopgaven goed tot uitvoering te kunnen brengen, kan de provincie een drietal instrumenten inzetten, te weten de provinciale ruimtelijke verordening, de proactieve of reactieve aanwijzing en tot slot het inpassingsplan. Deze instrumenten kunnen worden ingezet om conreet benoemde 'provinciale belangen' te beschermen. De aanwijzingen en het inpassingsplan zijn vooral bedoeld als 'stok achter de deur', een uiterst middel om de provinciale belangen te beschermen. Met de provinciale verordening maakt de provincie aan gemeenten en andere belanghebbenden al op voorhand duidelijk met welke provinciale belangen zij geacht worden rekening te houden. Hiervoor staat in de verordening aangegeven welke regels of toelichting ruimtelijke plannen moeten bevatten.

De provincie heeft in een tweetal schema's duidelijk weergegeven welke onderwerpen zij als provinciaal belang aanmerkt. Hierbij is aangehaakt op de drie pijlers:

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0034.jpg" 

De provincie geeft de volgende redenen op om bovenstaande onderwerpen als provinciaal belang aan te wijzen:

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0035.jpg"

 

Voor het Maatweggebied is de Grebbelinie als cultuurhistorische hoofdstructuur van belang. De uitgangspunten voor de Grebbelinie, dat in de nieuwe structuurvisie en verordening militair erfgoed wordt genoemd, blijven zowel bij de provincie als bij de gemeente overeind. Uitgangspunt is nu 'behoud door ontwikkeling', wat betekent dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het behouden en versterken van de openheid van de voormalige inundatiegebieden en de samenhang tussen de elementen van de linie van groot belang zijn. In dit bestemmingsplan zijn regels opgenomen om de toekomstige dijkverbetering, in combinatie met het zichtbaar maken van het oude Grebbelinieprofiel, mogelijk te maken. Verder blijkt uit toetsing aan de nieuwe provinciale structuurvisie en verordening dat voor het Maatweggebied in principe geen provinciale belangen gelden. Het Maatweggebied valt binnen de rode contour en wordt beschouwd als "stedelijk gebied".

Opvallend ten opzichte van de voorgaande structuurvisie en verordening is dat de 'groene contouren' door het Maatweggebied zijn verdwenen. Deze groene contouren zijn geen provinciaal belang meer. Dit betekent overigens niet dat het gemeentelijk beleid wijzigt in deze gebieden, bescherming van deze groene gebieden is nog altijd een uitgangspunt in het bestemmingsplan.

Voor het overige geldt dat zowel Groot Weede als park Schothorst binnen de rode contour en daarmee in het verstedelijk liggen, waar verder geen provinciale belangen aan de orde zijn.