direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: Maatweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00018-0301

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding, bescherming en ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden;
  • b. groenvoorzieningen en landschapswaarden
  • c. watergangen en -partijen inclusief de daarbij behorende onderhoudspaden en/of -stroken.
  • d. extensief recreatief medegebruik in de vorm van fiets-, voet- en ruiterpaden;
  • e. bruggen ten behoeve van fietsers, voetgangers en ruiters;
  • f. agrarisch nevengebruik in de vorm van hooiland of beweiding door vee;
  • g. geluidwerende voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 1 mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd.

10.2.1 Gebouwen - Algemeen

Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van bestaande bunkers;

10.2.2 Andere bouwwerken

De hoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

Bouwwerken   max. hoogte  
palen, masten, informatieborden en tekens   3 m  
terreinafscheidingen   2 m  
geluidwerende voorzieningen   4 m  
overige andere bouwwerken   6 m  

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende andere werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen en verharden of wijzigen van het profiel van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ophogen en egaliseren van de gronden;
  • c. vellen of rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan tot gevolg kunnen hebben.

10.3.1 Uitzondering

Het in lid 10.3 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het verkrijgen van rechtskracht van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden binnen de bouwvlakken;
  • d. het aanleggen van verhardingen ten behoeve van in- en uitritten tot elk een oppervlakte van 20 m²;
  • e. het aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning is vereist;
  • f. werken en werkzaamheden binnen de bestemming ‘Waterstaat Waterkering’ die worden uitgevoerd ten behoeve van de dijkverbetering.

10.3.2 Toelaatbaarheid

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 10.3 zijn niet toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 10.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.