Plan: | Verzetsplein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00045-0301 |
Externe veiligheid heeft betrekking op de gevaren die mensen in de directe omgeving lopen als gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden bewaard en/of bewerkt en transportroutes waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd. De aan deze activiteiten verbonden risico's moeten aanvaardbaar blijven.
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
- bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
- vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door leidingen.
Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Voor bedrijvigheid staat dit in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen staat dit in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Zowel in het besluit als in de circulaire zijn de centrale begrippen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur.
Het groepsrisico (GR) drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in een inrichting waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De normen voor het GR hebben een oriënterende waarde (inspanningsverplichting). Indien de oriënterende waarde voor het GR wordt overschreden, legt dit in het algemeen ook ruimtelijke beperkingen op aan een gebied buiten de 10-6-contour (PR).
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is in augustus 2004 de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen vastgesteld. In deze circulaire staat het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. In nieuwe situaties geldt voor het plaatsgebonden risico een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar. Uit de circulaire blijkt dat op meer dan 200 meter afstand van een aangewezen route gevaarlijke stoffen het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan de het ruimtegebruik. Uit de circulaire blijkt verder dat bij het vervoer van gevaarlijke stoffen beargumenteerd van de grenswaarde, richtwaarde en oriënterende waarde mag worden afgeweken.
In 2012 treedt het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) in werking. Tot die tijd is de genoemde circulaire van toepassing.
Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Voor het plangebied is beoordeeld of er sprake is van activiteiten met gevaarlijke stoffen in de omgeving van het plangebied, die mogelijk risico's zouden kunnen opleveren. Meer specifiek is gekeken naar de aanwezigheid van bedrijven die zijn aangewezen in het BEVI, waaronder LPG-tankstations, transportroutes over weg, spoor en water en door leidingen.
Rijkswegen
Het plangebied ligt ten westen van de rijksweg A28, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. De afstand tot de rijksweg is ongeveer 275 meter.
Volgens de Eindrapportage Basisnet Weg (oktober 2009) is de veiligheidszone (PR) voor dit gedeelte van de A28 14 meter vanaf het midden van de weg. Uit de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen blijkt dat op meer dan 200 meter afstand van een aangewezen route gevaarlijke stoffen het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan het ruimtegebruik. Aangezien het plangebied op meer dan 200 meter van de rijksweg ligt kan worden geconcludeerd dat dit geen belemmeringen oplevert voor het plan. Daarbij kan ook in aanmerking genomen worden dat de personendichtheid in de omgeving van het plan (een bestaande woonwijk) slechts marginaal toeneemt ten opzichte van de bestaande personendichtheid.
Buisleidingen
Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de ondergrondse hoge druk aardgasleiding die ten oosten van de A28 loopt. Voor dit plan is een risicoanalyse uitgevoerd (Kwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening hoge druk aardgasleiding bestemmingsplan Verzetsplein, Servicebureau|Gemeenten, R. Polman. 3 augustus 2011, zie bijlage 10). Uit de berekeningen blijkt dat het Verzetsplein buiten de 10-6 contour van de hoge druk aardgasleiding ligt. Er zijn vanwege het plaatsgebonden risico van de aardgasleiding geen beperkingen voor de bestemmingsplanwijziging.
Daarnaast is het groepsrisico bepaald voor en na de voorgenomen bestemmingsplanwijziging van het Verzetsplein en voor en na de geplande verlegging van de leiding A-510. Het groepsrisico ter plaatse van de leiding A-510 wordt, voor verlegging van de leiding, met maximaal een factor 1,007 maal de oriënterende waarde overschreden. Na de verlegging is de maximale overschrijdingsfactor 0,424. De bestemmingsplanwijziging heeft een dusdanig kleine invloed op het groepsrisico dat er geen verschil is in de overschrijdingsfactor voor en na de realisatie van de woningen aan het Verzetsplein.
Bij de bepaling van het groepsrisico is ervan uitgegaan dat de bevolking in het gebied rond de leiding (Rustenburg en De Wieken) evenredig is verdeeld over het gebied. In werkelijkheid bevindt het grootste gedeelte van de bevolking zich ten oosten van de A28. Dit is van grote invloed op de berekening van de hoogte van het groepsrisico, dat dus in werkelijkheid beduidend lager zal liggen dan de berekeningen laten zien (zie rapport Servicebureau|Gemeenten, Bijlage 2).
Conclusie
Het plaatsgebonden risico van de aardgasleiding levert geen beperkingen voor de bestemmingsplanwijziging op. De uitvoering van het bouwplan dat met deze bestemmingsplanwijziging mogelijk wordt gemaakt levert geen merkbare verhoging van het groepsrisico op. Het groepsrisico is gelijk voor en na de realisatie van het plan, maar aangezien deze, voor de verlegging van de leiding, net boven de oriënterende waarde ligt moet deze wel verantwoord worden. Zie hiervoor paragraaf 4.4.5. van dit hoofdstuk.
Vanuit de directe omgeving zijn er verder voor het plangebied geen belemmeringen vanuit het oogpunt van externe veiligheid voor het realiseren van het plan.
Voor de verantwoording van het groepsrisico is artikel 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen van belang. Hieronder wordt dit artikel weergegeven, aangevuld met de in de verschillende leden gevraagde informatie.
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten, wordt tevens het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding verantwoord.
* aanwezige bevolking: 4367 personen;
* bevolking na realisatie plan: 4382 personen.
Groepsrisico voor verleggen leiding A-510: 1,007 maal de oriënterende waarde (zowel voor als na realisatie plan). De realisatie van het plan heeft dus geen verhoging van het groepsrisico tot gevolg. Hierbij is uitgegaan van een pessimitische verdeling van de bevolking over het gebied. Uitgaande van een meer realistische verdeling van de bevolking bedraagt het groepsrisico 0,136 maal de oriënterende waarde.Groepsrisico na verleggen leiding A-510: 0,424 maal de oriënterende waarde (zowel voor als na realisatie plan). De realisatie van het plan heeft dus geen verhoging van het groepsrisico tot gevolg. Hierbij is uitgegaan van een pessimitische verdeling van de bevolking over het gebied. Uitgaande van een meer realistische verdeling van de bevolking bedraagt het groepsrisico 0,095 maal de oriënterende waarde.
De leiding A-510 wordt verlegd, hetgeen een aanzienlijke reductie van het groepsrisico met zich meebrengt.
De realisatie van het bouwplan heeft geen verhoging van het groepsrisico tot gevolg. Daarom is de hoogte van het groepsrisico geen belemmering voor het plan.
De leiding A-510 wordt verlegd, hetgeen een aanzienlijke reductie van het groepsrisico met zich meebrengt.
Aangezien na de wijziging van het bestemmingsplan naar schatting 15 mensen extra in het gebied verblijven is een uitbreiding van de aanwezige rampenbestrijding en opvang niet aan de orde.
Het plangebied ligt aan de rand van het invloedsgebied van de buisleiding en bevindt zich midden in de bestaande woonwijk Rustenburg. Er is geen reden om aan te nemen dat toekomstige bewoners van de te bouwen woningen verminderd zelfredzaam zullen zijn. De woningen en de bestaande wegen de wijk uit (alle in tegenovergestelde richting van de buisleiding) geven de aanwezige personen voldoende mogelijkheden om zich in veiligheid te brengen in het geval van een ramp of zwaar ongeval.