direct naar inhoud van 5.10 Water
Plan: Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00070-0303

5.10 Water

5.10.1 Europese Kaderrichtlijn Water (2000)

De Europese Kaderrichtlijn Water gaat er vanuit dat water geen gewone handelswaar is, maar een erfgoed dat moet worden beschermd en verdedigd. Het hoofddoel van de richtlijn is daarop gebaseerd. De Kaderrichtlijn Water geeft het kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater. Dat moet ertoe leiden dat: aquatische ecosystemen en gebieden die rechtstreeks afhankelijk zijn van deze ecosystemen, voor verdere achteruitgang worden behoed; verbetering van emissies; duurzaam gebruik van water wordt bevorderd op basis van bescherming van de beschikbare waterbronnen op lange termijn; er wordt gezorgd voor een aanzienlijke vermindering van de verontreiniging van grondwater.

5.10.2 Nationaal Waterplan 2009 - 2015

Het Nationale Waterplan (NWP) is de opvolger van de vierde nota waterhuishouding en geeft het kader voor het waterbeheer voor Nederland, nu en in de toekomst. Het NWP is het rijksplan voor het waterbeleid. het NWP beschrijft de maatregelen die in de periode 2009-2015 genomen moeten woren om Nederland ook voor de toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.

5.10.3 Waterplan provincie Utrecht

Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied. De doelstelling van het plan is: een veilig en bewoonbaar land. Het plan geeft de gewenste ontwikkelingen in het waterbeheer in de provincie Utrecht aan. Hierbij is rekening gehouden met de Europese kaderrichtlijn water en het beleid Waterbeheer 21e eeuw (WB21). Het thema “water als ordenend principe” loopt als een rode draad door het gehele plan. Dit houdt in dat, voordat er beslissingen worden genomen op ruimtelijk gebied,er wordt bekeken welke gevolgen die hebben voor watersystemen.

5.10.4 Waterbeheersplan Waterschap Vallei en Eem

In het Waterbeheersplan 2010 - 2015 heeft Waterschap Vallei & Eem zijn ambities en uitvoeringsprogramma vastgelegd voor de periode 2010 tot en met 2015. Het plan bepaalt in grote lijnen de agenda van Waterschap Vallei & Eem voor de komende zes jaar. Dit plan is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied.

5.10.5 Waterplan gemeente Amersfoort 2005-2015

Het Waterplan Amersfoort 2005-2015 is het kader voor integraal en duurzaam waterbeheer in Amersfoort. Het plan is gezamenlijk opgesteld door de Gemeente Amersfoort, Waterschap Vallei & Eem en Hydron Midden-Nederland. Het Waterplan Amersfoort is gebaseerd op een integrale beschouwing van het systeem van oppervlaktewater, ondiep grondwater en de waterketen vanaf de inzameling van afvalwater tot en met de zuivering van afvalwater.

Aan de hand van drie streefbeelden wordt geschetst hoe het waterbeheer er in 2030 uit zou moeten zien: water met allure, water van de wijk en water voor natuur. Het gaat hierbij met name om het oppervlaktewatersysteem en het ondiepe grondwater en de interactie tussen de waterketen en het oppervlaktewatersysteem.

5.10.6 Grondwaterplan Amersfoort

Het Amersfoortse grondwaterplan is door de gemeenteraad in 2005 vastgesteld. Reden voor het opstellen van dit plan is dat in Amersfoort op een aantal locaties grondwateroverlast voorkomt en mensen en instanties vaak niet weten wie daarvoor verantwoordelijk is. Overlast van grondwater kan leiden tot natte kruipruimten en vochtige woningen. Beplanting in tuinen kan beperkt worden in de groei door een te natte ondergrond.
Doelstelling van het grondwaterplan is om duidelijkheid te scheppen over verantwoordelijkheden en taken bij grondwateroverlast, om bestaande overlastsituaties aan te pakken en nieuwe overlastsituaties te voorkomen en tot slot om een bijdrage te leveren aan een duurzaam beheer van het grondwater.
Zodra het GRP (grondwaterplan) 2012-2021 is vastgesteld vervalt het grondwaterplan en is dit beleid overgenomen in het GRP.

5.10.7 Watertoets

Bij ruimtelijke plannen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een waterparagraaf/watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21 eeuw, waarin aan water een meesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld.

5.10.8 Water in relatie tot het plangebied

Water in dit bestemmingsplan

Het streefbeeld voor oppervlaktewater vanuit het waterplan voor deze plangebieden is 'Water in de Wijk'. Bij 'Water in de Wijk' ligt het accent vooral op de bijdrage die het water levert aan de belevingswaarde in de wijk. Tevens fungeert het oppervlaktewater natuurlijk als berging voor regenwater.

Diffuse verontreinigingen

Het is van belang dat grond- en oppervlaktewater wordt beschermd tegen vervuiling. Uitloogbare materialen zoals koper, lood, zink en geïmpregneerd hout mogen niet worden gebruikt op plekken waar die met regenwater in aanmerking kunnen komen. Verder moet aandacht worden besteed aan het gebruik van andere belastende stoffen.

Het regenwater op de bedrijventerreinen moet zoveel mogelijk worden verwerkt op eigen terrein, bijvoorbeeld door infiltratie in de bodem. Alleen als dit niet mogelijk is, moet het gescheiden worden aangeboden op het gemeentelijk riool.

De grondwaterstand wordt doormiddel van peilbuizen een keer per twee weken gemeten. Uit de metingen van de laatste jaren blijkt dat de grondwaterstand op de verschillende bedrijventerreinen als volgt varieert:

Isselt: 0,6-0,9 meter –maaiveld

De Hoef: 1,6-1,9 meter –maaiveld

De Wieken: 0,5-1,5 meter –maaiveld

De Brand: 1,2-1,7 meter –maaiveld

Calveen: 1,1-1,5 meter –maaiveld

Onderzoek naar klimaatgevolgen heeft uitgewezen dat de grondwaterstand ten gevolge van klimaatontwikkelingen op verschillende locaties in Amersfoort nog zo'n 20 tot 30 cm gaat stijgen.


Om problemen door grondwateroverlast in de toekomst te voorkomen moeten eventuele kelders en parkeergarages bij nieuwbouwplannen waterdicht worden aangelegd.


Oppervlaktewater

Om het regenwater voor een zo groot mogelijk gedeelte te kunnen bergen is op de verschillende bedrijventerreinen oppervlaktewater gecreëerd. Op de Isselt zijn twee grote retentievijvers en enkele kleine watergangen aanwezig. Daarnaast ligt aan de noordzijde van De Isselt de rivier de Eem.

Op De Hoef, Calveen, De Wieken en De Brand is ook oppervlaktewater gecreëerd om het regenwater te kunnen bergen. Hier bestaat het oppervlaktewater voornamelijk uit watergangen. In De Wieken bestaat het oppervlaktewater uit een stelsel van watergangen en waterpartijen en de hydrologische bufferzone in het natuurgebied Bloeidaal. Voor De Wieken is een nieuw waterstructuurplan opgesteld, op basis van de in dit hoofdstuk beschreven beleidsuitgangspunten. Dit waterstructuurplan heeft geleid tot een uitbreiding van het stelsel van watergangen in de randzone van het bedrijventerrein.


Riolering

Op de vijf bedrijventerreinen komen twee verschillende type rioleringsystemen voor. Op de Isselt, Calveen en De Wieken ligt een volledig gescheiden systeem. Dit houdt in dat het afvalwater en regenwater (vanaf daken en straten) door twee aparte stelsels worden afgevoerd. Het afvalwater gaat rechtstreeks naar de zuivering en het regenwater wordt rechtstreeks op het oppervlaktewater geloosd. Het regenwaterstelsel op De Wieken is echter ook nog voorzien van een zuiveringstechnisch systeem (lamellenfilter). Dit betekent dat het regenwater voordat het in het oppervlaktewater (natuurgebied Bloeidaal) terechtkomt wordt voorgezuiverd.


Op de Hoef en de Brand ligt een verbeterd gescheiden systeem. De verwachting is dat ook in deze wijken op termijn het systeem wordt omgebouwd naar een volledig gescheiden rioolstelsel.
Het streven is om het regenwater zoveel mogelijk vast te houden, bijvoorbeeld in bergingsvijvers en waar mogelijk in de bodem te infiltreren.