direct naar inhoud van 4.3 Wijzigingen ten opzichte van voorgaande bestemmingsplannen
Plan: Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00070-0303

4.3 Wijzigingen ten opzichte van voorgaande bestemmingsplannen

Dit bestemmingsplan vervangt een aantal oudere bestemmingsplannen in het plangebied. Alleen al vanwege het feit dat in de tussentijd landelijke standaarden voor bestemmingsplannen zijn ingevoerd ziet het nieuwe bestemmingsplan er anders uit dan het voorgaande. Daarnaast zijn er bouwwerken opgericht nadat hiervoor een vergunning is verleend, deze zijn nu ook terug te vinden op de verbeelding en ook hierdoor wijkt dit bestemmingsplan af van de voorgaande. Tot slot zijn er in de tussentijd enkele standaard regelingen of nieuwe beleidsregels van kracht geworden die bij elk nieuw bestemmingsplan worden geïmplementeerd.

Concreet gaat het om de volgende planologische wijzigingen ten opzichte van de geldende regelingen:

  • I. Functiemenging wordt mogelijk gemaakt.
  • II. De bestemming kantoren op bedrijventerrein de Hoef zuid-west is veranderd in de bestemming Gemengd. Deels betreft dit bestaande mogelijkheden op grond van het geldende plan en deels is het een verruiming op grond van de Visie werklocaties.
  • III. Functie verruiming op het Entreegebied van De Wieken in lijn met de Visie werklocaties.
  • IV. Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor een gronddepot nabij de Nijkerkerstraat.
  • V. Voor Isselt geldt dat de milieuzonering ten behoeve van de Wet milieubeheer en de geluidszone van het volgens de Wet geluidhinder gezoneerde gedeelte van het industrieterrein is opgenomen op de verbeelding (deze waren niet opgenomen in het oude vigerende plan);
  • VI. De regeling van de bestaande agrarische bedrijven in het plangebied is aangepast aan die van de agrarische bedrijven in het bestemmingsplan Buitengebied Oost en West (zoals ruimte voor ruimte en wijziging waardevolle panden).
  • VII. Er is een dubbelbestemming opgenomen voor waarde archeologie en waarde ecologie (zie betreffende paragraaf in het ontwerpbestemmingsplan).
  • VIII. De staten van bedrijfsactiviteiten zijn aangepast aan de meest recente inzichten overeenkomstig de VNG publicatie "Bedrijven en milieuzonering", editie 2009.
  • IX. Op 9 april 2013 heeft de raad besloten een definitieve verklaring van geen bedenkingen te verlenen in het kader van de Wabo-projectbesluit procedure voor de bouw van een tuincentrum (Ranzijn) op het perceel Zonnecel 15 en 17 op het bedrijventerrein De Wieken Vinkenhoef. Ook de omgevingsvergunning voor het tuincentrum is verleend, er is geen beroep ingediend waardoor het plan onherroepelijk is. Het projectbesluit wordt één op één overgenomen in voorliggend plan.
4.3.1 Entreegebied De Wieken Zuid

Het entreegebied is een belangrijke zichtlocatie en daarmee het visitekaartje voor het bedrijventerrein De Wieken en voor de stad. Om deze bijzondere positie te benutten zijn de functies ten opzichte van het geldende bestemmingsplan verruimd. Op deze manier kan er een goede functiemenging binnen deze kavel plaatsvinden. Het betreft de toevoeging van leisure, een partycentrum en de uitbreiding van het horecaprogramma. Het verruimen van de functies en de uitbreiding van het horecaprogramma vergroot de kansen voor kwaliteit, levendigheid en de uitstraling van het entreegebied.

Planologisch aanvaardbaar

De verruiming van de functies is in lijn met de Visie Werklocaties en de Nota Horeca. Vanuit het oogpunt van stedenbouw en milieu zijn er voor de verruiming geen belemmeringen aanwezig.Dit geldt ook voor de verkeersontsluiting van het entreegebied. Bovendien wordt aan de functieverruiming een aantal voorwaarden verbonden (zoals voldoende parkeergelegenheid, geen belemmeringen vanuit milieu, geen onevenredige schade aan verkeerskundige en verkeersveiligheidsbelangen en geen belemmering van de realisering van de bestemming op enig aangrenzende terreinen).

De kruispunten van de wegen rond het entreegebied behoeven wellicht aanpassing. Deze aanpassing is afhankelijk van de autonome verkeersontwikkeling en van nieuwe verkeersplannen, zoals de verdubbeling van de Energieweg en het doortrekken van de Outputweg.

4.3.2 Hondenopvang op De Hoef

Voorgeschiedenis (procedureel)

Op 6 oktober 2008 is vrijstelling verleend op grond van het toenmalige artikel 19, lid 3 van de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) en is bouwvergunning verleend voor het legaliseren van een hondenopvang aan de Hoefseweg 3, gelegen in het westelijk deelgebied van het bedrijventerrein De Hoef. Naar aanleiding van een bezwaar- en beroepsprocedure heeft de rechtbank Utrecht in november 2010 bepaald dat de procedure van artikel 19, lid 1 van de WRO had moeten worden doorlopen, in plaats van artikel 19, lid 3 WRO. Daarnaast was de rechtbank van mening dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was, omdat niet duidelijk was hoe de gemeente de geluisoverlast heeft afgewogen. De uitspraak van de rechtbank betekende dat opnieuw op de bezwaren moest worden beslist.
De raad heeft vervolgens in zijn vegadering van 12 april 2011 besloten geen vrijstellingsprocedure te starten voor de hondenopvang aan de Hoefseweg. Tegen dit besluit heeft de exploiatnt van de hondenopvang bezwaren ingediend. Uiteindelijk heeft de raad in zijn vergadering van 4 december 2012 besloten de bezwaren van exploiatnt gegrond te verklaren en in heroverweging een verklaring van geen bezwaar aan te vragen bij gedeputeerde Staten van Utrecht en vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1 WRO te verlenen.
Op 22 januari 2013 hebben Gedeputeerde Staten de verklaring van geen bezwaar verleend. Hoewel de procedure hiermee nog niet is afgerond wordt het legaliseren van de hondenopvang nu ook in het bestemmingsplan geregeld.
Hierbij is nog van belang dat de raad op 4 december 2012 tevens heeft besloten dat er strikt wordt gehandhaafd op de naleving van de voorschriften (van de mileiuvergunning) door de exploitant.

Planologische regeling

Op grond van het geldende bestemmingsplan "De Hoef, uitwerkingsplan I" was het mogelijk op het bedrijventerrein een verscheidenheid aan bedrijven te vestigen. De reden dat voor het legaliseren van de hondenopvang een vrijstellingsprocedure moest worden gevoerd had te maken met de omschrijving van verzorgend bedrijf. De hondenopvang voldeed niet helemaal aan deze omschrijving, terwijl ook de bijbehorende speelweide niet in overeenstemming was met de bestemming 'verkeersdoeleinden, spoorweg'.
Het perceel Hoefseweg 3 heeft nu de bestemming Bedrijventerrein 4 (De Hoef) gekregen. In de regels is bepaald dat op het perceel een hondenopvang is toegestaan. Er is op het perceel geen uitbreiding van de bebouwing mogelijk. Er is een gebruiksregel opgenomen die er op ziet dat alleen opvang mogelijk is gedurende de dagperiode op werkdagen en dat voldaan moet worden aan de milieunormen (gemiddeld geluidsniveau 50 dB(A) in de dagperiode van 07.00 to 19.00 uur, het maximale toegestane geluidsniveau is bepaald op 70 dB(A) in de dagperiode).

Planologische aanvaardbaarheid hondenopvang

De hondenopvang is vergelijkbaar met de verzorgende bedrijven die op grond van het geldende bestemmingsplan al toegestaan waren en die ook op het bedrijventerrein aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld de kinderopvang. De ruimtelijke uitstraling daarvan is vergelijkbaar met de ruimtelijke uitstraling van de hondenopvang. De aard van de bedrijvigheid is zodanig dat deze past op het bedrijventerrein en het aantal verkeersbewegingen is niet meer dan die van de overige toegstane bedrijven.

De hondenopvang is van belang voor de stad Amersfoort. Een andere vergelijkbare voorziening is in Amersfoort niet voorhanden. Ook het belang van de eigenaar van de hondenopvang weegt zwaar. Het is voor het bedrijf in deze economoisch moeilijke tijd niet mogelijk een alternatieve locatie te betrekken.

Van belang is ook dat tussen de hondenopvang en de dichtstbijzijnde woonwijk (Zielhorst) een spoor en een weg (Zielhorsterweg) zijn gelegen. De afstand tussen de hondenopvang en de dichtstbijzijnde woning bedraagt circa 70 meter.
In de VNG-Brochure Bedrijven en milieuzonering zijn richtafstanden opgenomen voor geluid. Toegespitst op de concrete activiteiten van de hondenopvang aan de Hoefseweg betekent dit dat beoordeeld moet worden of de activiteiten van de hondenopvang toelaatbaar zijn bij een rustige woonomgeving. Er is een geluidsonderzoek gedaan naar de belasting van de hondenopvang op de directe woonomgeving (Alcedo, rapportnummer 20113626.R01.V02 d.d. 10 april 2012). De conclusies uit het onderzoek zijn:

- er wordt voldaan aan de geluidseisen van de milievergunning;

- er wordt voldaan aan de richtwaarden voor een rustige woonomgeving;

- ook met vedubbeling van het aantal blaffen wordt nog voldaan aan de milieuvergunning en aande richtwaarden op basis van de brochure "Bedrijven en milieuzonering";

- ook met veel en niet-realistische hogere maximale bronsterkten wordt voldaan aan de milieuvergunning en de richtwaarden voor een rustige woonomgeving.

Op basis van het geluisonderzoek is de conclusie gerechtvaardigd dat de hondenopvang wat geluidsbelasting betreft aanvaardbaar is.
Hierbij wordt opgemerkt dat de VNG-brochure geen richtlijn bevat voor een hondenopvang alleen gedurende de dagperiode op werkdagen. Genoemde brochure kent alleen een richtlijn voor een dierenasiel dat continu in bedrijf is, 24 uur per dag, 24 uur per week. Voor een dierenasiel dat continu dieren opvangt, is milieucategorie 3.2 met een daarbij behorende richtafstand van 110 meter aangenomen. De hondenopvang aan de Hoefseweg kan niet zonder meer vergeleken worden met een dergelijk asiel.