direct naar inhoud van 5.8 Geluid
Plan: Amsterdamseweg 37-39
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00044-0201

5.8 Geluid

5.8.1 Wet geluidhinder

De basis voor de ruimtelijke afweging van geluid is de Wet geluidhinder (Wgh). Bij vaststelling van een bestemmingsplan komen in de volgende gevallen de regels van deze wet aan de orde: het bestemmen van gronden voor nieuwe geluidgevoelige objecten (bijvoorbeeld woningen en onderwijsgebouwen) binnen zones langs (spoor)wegen en zones rondom industrieterreinen; het bestemmen van gronden voor de aanleg van nieuwe, danwel reconstructie van gezoneerde (spoor)wegen; het bestemmen van gronden voor (nieuwe) industrieterreinen waar zich grote lawaaimakers kunnen vestigen; herziening van zonegrenzen van industrieterreinen.

De Wgh gaat uit van zones langs (spoor)wegen en zones bij industrieterreinen. Het gebied binnen deze zone geldt als akoestisch aandachtsgebied waar, voor bouwplannen en bestemmingsplannen, een akoestische toetsing uitgevoerd dient te worden.

De geluidsbelasting op de gevels van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen mag in principe niet meer bedragen dan de voorkeursgrenswaarde. Indien de geluidsbelasting op de gevel hoger is dan de voorkeursgrenswaarde kan onder bepaalde voorwaarden een verzoek worden gedaan tot vaststelling van een hogere waarde. Hierbij mag de geluidsbelasting de uiterste grenswaarde niet overschrijden. De voorkeursgrenswaarde en uiterste grenswaarde voor nieuwe of bestaande geluidgevoelige bestemmingen verschillen per geluidsbron.

De gemeente heeft beleid opgesteld met betrekking tot het vaststellen van hogere grenswaarden (Geluidsnota gemeente Amersfoort). Hierin zijn ontheffingscriteria opgenomen en voorwaarden die aan de ontheffing worden verbonden.

5.8.2 Verkeerslawaai

In de Wgh is bepaald dat elke weg van rechtswege een geluidszone heeft (art. 74 lid 1). Een uitzondering hierop zijn wegen die zijn gelegen in een 30km/uur-zone of in een woonerf. De breedte van de geluidszones is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van een weg (zie tabel X)

Tabel X: zones langs wegen

  aantal rijstroken   zonebreedte (meter)  
stedelijk gebied   1 of 2   200  
  3 of meer   350  
buitenstedelijk gebeid   1 of 2   250  
  3 of 4   400  
  5 of meer   600  

In geval van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen binnen zones langs wegen is akoestisch onderzoek vereist. Op basis van de uitkomsten kunnen zo nodig maatregelen worden overwogen.

De voorkeursgrenswaarde voor geluidgevoelige bestemmingen bedraagt in de meeste gevallen 48 dB (Lden). De uiterste grenswaarde bedraagt binnen de bebouwde kom 63 dB (Lden). Buiten de bebouwde kom bedraagt de uiterste grenswaarde 53 of 58 dB (Lden), afhankelijk van de situatie.

Daar dit bestemmingsplan geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen zones langs wegen mogelijk maakt, is naar dit aspect geen akoestisch onderzoek uitgevoerd.

5.8.3 Spoorweglawaai

Spoorwegen hebben volgens art 106b van de Wet geluidhinder een zone waarvan de breedte afhankelijk is van het aantal sporen en de intensiteit van het gebruik. In het Besluit geluidhinder is op een kaart per categorie spoorlijn de breedte van de zone aangegeven. Bij ontwikkelingen rond geluidgevoelige bestemmingen in de zone of wijzigingen aan de spoorlijn moet akoestisch onderzoek worden gedaan. Op basis van de uitkomsten kunnen zo nodig maatregelen worden overwogen. De voorkeursgrenswaarde en uiterste grenswaarde bedragen respectievelijk 55 en 68 dB (Lden).

Daar dit bestemmingsplan geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen zones langs spoorwegen wegen mogelijk maakt, is naar dit aspect geen akoestisch onderzoek uitgevoerd.

5.8.4 Industrielawaai

Rondom industrieterreinen waarop de mogelijkheid aanwezig is tot vestiging van zogenaamde grote lawaaimakers moet op grond van art. 41 van de Wet geluidhinder een geluidszone worden vastgesteld. In deze zone gelden regels ten aanzien van nieuwbouw van geluidgevoelige bestemmingen. Door middel van zonebeheer moet worden voorkomen dat, ten gevolge van de geluidemissie van de bedrijven gezamenlijk, de geluidsbelasting buiten de zone hoger wordt dan de voorkeursgrenswaarde. Binnen de zone moeten zonodig maatregelen worden getroffen. De voorkeursgrenswaarde bedraagt 50 dB(A) (etmaalwaarde), de uiterste grenswaarde bedraagt 55 of 60 dB(A) (etmaalwaarde), afhankelijk van de situatie.

Op het bedrijventerrein Isselt zijn enkele bedrijven gelegen die worden aangemerkt als zogenaamde "grote lawaaimakers" als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder. In de tot nog toe vigerende bestemmingsplannen worden deze bedrijven niet uitgesloten. Rond alle industrieterreinen waar deze "grote lawaaimakers" zijn gevestigd of kunnen worden gevestigd is het verplicht een zone aan te geven die de waarde van 50 dB(A) niet overschrijdt. Isselt is dan ook een geluidgezoneerd bedrijventerrein. Op onderstaande afbeelding is de oude zone weergegeven. Deze zone is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 3 juni 1993. De geluidszone is gelegen binnen de gemeente Amersfoort en de gemeente Soest.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00044-0201_0018.png"

Deze zone rondom een industrieterrein omvat niet het industrieterrein zelf. Op het bedrijventerrein zelf is, wat betreft industrielawaai, de Wet geluidhinder niet van toepassing. Geluidgevoelige functies genieten echter wel bescherming op grond van de Wet Milieubeheer, zij het op een ander niveau dan bijvoorbeeld een woning in een woonwijk. De momenteel op Isselt aanwezige geluidgevoelige objecten kunnen bovendien een belemmerende factor zijn voor de ontwikkeling van bedrijven.

Het doel van de zonering is het vastleggen van een ruimtelijke reservering voor het geluid dat door de bedrijven op dat terrein mag worden geproduceerd enerzijds en anderzijds een bescherming te bieden voor geluidgevoelige functies in en buiten de zone. Het feit dat er een geluidzone rond het industrieterrein is vastgesteld heeft consequenties op het moment dat men geluidgevoelige bestemmingen wil realiseren in het gebied van de zone. Dit is in principe niet toegestaan tenzij er een ontheffing wordt verleend door Gedeputeerde Staten of indien dove gevels zijn/worden aangebracht.

Bij het inwerking brengen van een bedrijf in milieucategorie 3.2 of in een lagere milieucategorie is het noodzakelijk dat de geluidsproduktie van het bedrijf tenminste zodanig wordt beperkt dat de cumulatieve geluidscontour van alle aanwezige bedrijven tezamen met het te vestigen bedrijf de vastgestelde zonegrens niet overschrijdt.