direct naar inhoud van 5.3 Milieugevolgen van aanwezige en geplande bedrijven
Plan: Maatweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00018-0301

5.3 Milieugevolgen van aanwezige en geplande bedrijven

Bedrijven worden altijd beoordeeld op de milieugevolgen naar de omgeving. Het betreft hier voornamelijk geluid, trillingen, luchtverontreiniging, stof, geur en externe veiligheid. Andere milieugevolgen als bijvoorbeeld straling doen zich in de praktijk niet veel voor. Bij geluid kan naast de individuele beoordeling ook nog sprake zijn van een cumulatieve beoordeling van de geluidsbelasting veroorzaakt door de gezamenlijke bedrijven. Hierbij moeten bedrijven binnen een begrensd industrieterrein de gezamenlijke toelaatbare geluidsbelasting onder elkaar verdelen. Deze verdeling bepaalt dan uiteindelijk voor die bedrijven de toelaatbare geluidsbelasting per individueel bedrijf.

5.3.1 Geluid

Geluidgezoneerd industrieterrein - Isselt

Het plangebied ligt praktisch geheel in de geluidzone van industrieterrein "Isselt". Rond dit industrieterrein is op 3 juni 1993 met een Koninklijk Besluit een geluidzone vastgesteld. De achterliggende gedachte van een dergelijke zone is dat daarmee een buffer gevormd wordt tussen geluidsgevoelige en geluidsproducerende functies. Buiten deze zone mag het geluidsniveau tengevolge van het industrieterrein niet hoger zijn dan 50 dB(A). Het toch realiseren van geluidsgevoelige functies (zoals een ziekenhuis en/of woningen) binnen de zone is slechts bij uitzondering toelaatbaar. Voor zover deze geluidsgevoelige functies een belasting ondervinden die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) is een ontheffing nodig. Het bouwen zonder ontheffing kan alleen als de bebouwing niet beschikt over gevels (zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder) met te openen delen (zogenaamde dove gevels). Voor het ziekenhuis kan ontheffing worden verleend tot maximaal 60 dB(A). Voor andere gezondheidszorgvoorzieningen en nieuwe woningen kan een ontheffing tot maximaal 55 dB(A) verleend worden.


Daarnaast is het van belang met bouwen van nieuwe geluidsgevoelige functies dichter bij het industrieterrein ervoor te zorgen dat de (bestaande) bedrijven hierdoor niet benadeeld worden. In de bestaande situatie is het zo dat de (wettelijk toegestane en in afzonderlijke milieuvergunningen vastgelegde) geluidsruimte van alle op Isselt aanwezige bedrijven samen de ruimte die de zone biedt bijna geheel opvult (de 50 dB(A) contour ligt nog net binnen de zone). Om te voorkomen dat de komst van het ziekenhuis en de woningen op enigerlei wijze beperkingen aan de op dit moment nog aanwezige geluidsruimte opleggen heeft bureau DHV (die het zonebeheermodel van Isselt op de computer heeft staan) deze ruimte met enkele extra geluidsbronnen op het industrieterrein fictief opgevuld. Zodoende ontstaan "worst case" contouren die op of net buiten de zonegrens liggen. Hierop worden de ontwerpen van de woningen en het ziekenhuis afgestemd. Door deze aanpak is gegarandeerd dat bedrijven niet in de huidige werkwijze worden beperkt en dat de ruimte die er rechtens momenteel nog op grond van de geluidzone aanwezig is behouden blijft ten behoeve van de bedrijven. Met andere woorden: in de situatie met ziekenhuis en nieuwe woningen kan men qua geluid net zoveel uitbreiden als dat ook voorheen mogelijk was. De nieuwe plannen in de geluidszone vormen hiervoor geen belemmering.


In het kader van het bestemmingsplan en de destijds gevoerde procedure hogere grenswaarde zijn twee berekeningen gemaakt. In de eerste plaats zijn berekeningen uitgevoerd met het opgevulde zone-model, maar met de bestaande situatie in het Maatweggebied. Dit levert de zogenaamde vrije-veld contouren op. Deze berekeningen zijn met name nodig voor het bepalen van de bebouwingscontouren op de plankaart van het bestemmingsplan. Vervolgens zijn ook berekeningen gemaakt met het nieuwe ziekenhuis. Deze berekeningen zijn nodig om te bepalen aan welke gevels van het ziekenhuis geluidwerende maatregelen getroffen moeten worden. Beide onderzoeken zijn door DHV uitgevoerd. .

In opdracht van Meander Medisch centrum heeft DHV de 60 dB(A) geluidscontouren vanwege het industrieterrein Isselt (het zogenaamde opgevulde model), berekend en aangeleverd. Het betreft de contouren op verschillende hoogtes, bij de nieuwbouwlocatie van Meander Medisch Centrum aan de Maatweg. Met de geluidscontouren kunnen per verdieping de bouwplangrenzen worden vastgesteld, zodanig dat aan een eventuele hogere grenswaarde van 60 dB(A) wordt voldaan. Als buiten deze contouren wordt gebouwd, moeten in ieder geval dove gevels toegepast worden.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0076.jpg"

Figuur: 60 dB(A) contouren van industrieterrein Isselt.

Voor de berekeningen van de 60 B(A) geluidscontouren is gebruik gemaakt van het zonebeheermodel van Industrieterrein Isselt. Dit is het model met daarin de vergunde situatie van 24 januari 2006. Het zonebeheermodel is zodanig aangepast dat de geluidsbelasting op de zonegrens 50 dB(A) bedraagt, dat betekent dat de totale geluidsruimte is opgevuld. Bij de berekening van de contouren is rekening gehouden met de groepsreducties en met de drie opvulbronnen. De resultaten van de berekeningen zijn driedimensionaal weergegeven in de bovenstaande figuur. De lijnen in verschillende kleuren geven de 60 dB(A) contour op verschillende hoogten aan. Hieruit blijkt dat de bouwmassa van het ziekenhuis ruim binnen de 60 dB(A) contouren blijft.

Hierna is een kaartje opgenomen van de geluidscontouren ten gevolge van het industrieterrein (inclusief de opvulbronnen) op een hoogte van 5 meter, waarbij ook het ziekenhuis in het rekenmodel is ingebracht. Op het kaartje is de buitengrens van de zone te herkennen als een dikke grijze lijn. De geluidscontouren zijn in kleur weergegeven. Ook uit deze tekening blijkt dat het maximale ontheffingsniveau van 60 dB(A) ter plaatse van de geplande nieuwbouw van het ziekenhuis niet wordt overschreden. Uit de tekening blijkt ook dat het ziekenhuis een geluidwerende functie heeft voor het gebied ten noordoosten van dit gebouw. Ook blijkt dat op een groot deel van de gevels van het ziekenhuis zelf de geluidbelasting lager zal zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A).

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0077.jpg" Figuur: De (fictieve) maximaal opgevulde geluidscontouren van industrieterrein Isselt.

Individuele bedrijven binnen het plangebied: ziekenhuis

Het ziekenhuis (en het komende en gaande verkeer op het terrein) wordt als een geluidsbron beschouwd. In het kader van de Wet milieubeheer is door Meander Medisch Centrum een vergunning aangevraagd waarin onder andere het geluidsaspect geregeld is. Bij de beoordeling van de geluidsniveaus ten gevolge van het ziekenhuis is gestreefd naar een zo laag mogelijke belasting (met toepassing van het zogenaamde ALARA principe (as low as reasonable achievable), met een maximum dat vergelijkbaar is met het op dit moment toegestane geluidsniveau ten gevolge van de overige industriële geluidsbronnen (op Isselt zelf). Ook de overige milieuaspecten (onder andere lucht, veiligheid, bodembescherming) zijn in deze milieuvergunning worden geregeld. De milieuvergunning voor het ziekenhuis is verleend op 10 maart 2009. Een akoestisch onderzoek maakt onderdeel uit van de vergunning.

Individuele bedrijven binnen het plangebied: Jachthavens Elzenaar, de Stuw en de Eemkruisers

In het plangebied bevinden zich drie verschillende, kleinschalige jachthavens.

Op basis van de VNG publicatie "bedrijven en milieuzonering", versie 2009, bedraagt de gewenste milieuafstand voor geluid 50 meter. Hierbij gaat het om jachthavens met diverse voorzieningen. Aangezien de jachthavens in dit plangebied kleinschalig zijn en dus niet beschikken over 'diverse voorzieningen', is de gewenste milieuafstand naar verwachting nog iets kleiner. Het gaat hier om richtafstanden, waarvan het bestuur gemotiveerd kan afwijken. De jachthavens in het plangebied kennen allemaal een veel grotere afstand tot gevoelige bestemmingen dan de genoemde richtafstand van 50 meter. Op het gebied van geluid zijn dan ook geen negatieve effecten voorzien als gevolg van de jachthavens.

Individuele bedrijven buiten het plangebied

Er zijn geen bedrijven in de nabijheid van het plangebied bekend met een richtafstand voor geluid die tot in het plangebied reikt. Een verdere beoordeling op dit punt is dan ook niet aan de orde.

ROVA Nijverheidsweg

De ROVA maakt onderdeel uit van het geluidgezoneerde industrieterrein Isselt. De op haar van toepassing zijnde gemiddelde geluidsbelating is afgestemd op de toelaatbare cumulatieve geluidsbelasting als gevolg van het industrieterrein Isselt.

Het verkeersaantrekkend karakter van het bedrijf speelt voor de geluidsbelasting ook een rol, echter de gebouwen schermen het verkeersgeluid richting plangebied af.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0078.jpg"

Op basis van de VNG publicatie "bedrijven en milieuzonering", versie 2009, bedraagt de gewenste milieuafstand voor geluid 50 meter. Dit is ook de korste afstand tot het plangebied. Deze afstand is een richtafstand, waarvan het bestuur gemotiveerd kan afwijken. Dat is echter nu niet aan de orde.

5.3.2 Trillingen, luchtverontreiniging, stof en geur

In en rond het plangebied zijn geen bedrijven bekend die een dermate negatieve invloed veroorzaken op gevoelige bestemmingen, dat een motivatie hier aan de orde is.

5.3.3 Externe veiligheid

ROVA Nijverheidsweg

De ROVA beschikt over een gecompartimenteerd depot chemische afvalstoffen.

Bij de ROVA wordt niet voldaan aan de richtwaarde voor het plaatsgebonden risico van 10-6/jaar bij beperkt kwetsbare objecten. Dit heeft echter niet te maken met het plangebied van dit bestemmingsplan, maar met nabijgelegen bebouwing op de Isselt zelf. Aangezien het hier reeds bestaande situaties op een industrieterrein betreft ligt het voor de hand af te wijken van de richtwaarde.

Het invloedsgebied van ROVA bedraagt 300 meter. In onderstaande afbeelding is te zien dat dit invloedsgebied, waarbinnen het groepsrisico moet worden berekend en waarbinnen een toename van het aantal personen niet zonder motivering kan plaatsvinden, over het deelgebied de Stuw loopt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0079.jpg"

Invloedsgebied ROVA, waarbinnen het groepsrisco moet worden berekend

In dit deelgebied zijn geen wijzigingen voorzien in het bestemmingsplan waardoor de personendichtheid kan toenemen. Het groepsrisico vanwege ROVA is al berekend in het kader van het bestemmingsplan 'bedrijventerreinen'. De rapportage is als bijlage 8 opgenomen bij deze toelichting. Pagina 16 t/m 20 gaan specifiek in op het groepsrisico behorende bij ROVA.

Smit en Zoon B.V. Neonweg

Door ingenieurs- en adviesbureau Saver is onderzoek gedaan naar de externe veiligheidsrisico's van Smit en Zoon B.V. in relatie tot het ziekenhuis. Uit de in het rapport opgenomen analyse van de externe veiligheidssituatie blijkt dat er geen onaanvaardbare situaties ontstaan en dat door het treffen van maatregelen aan het gebouw de gevolgen van eventuele rampen beperkt kunnen blijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0080.jpg"

Locatie Smit en Zoon BV ten opzichte van het plangebied.

De locatie voor het ziekenhuis ligt ver buiten de toelaatbare Plaatsgebonden Risico contour (10-6) van het bedrijf Smit & Zoon en daarmee wordt voldaan aan de daarbij gestelde wettelijke normen.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0081.jpg"

Daarnaast is onderzoek gedaan naar het groepsrisico. De realisatie van het ziekenhuis verhoogt het groepsrisico van het bedrijf Smit en Zoon, maar deze blijft binnen de daarvoor geldende richtwaarden. Door de toename van het groepsrisico zijn er wel beperkingen voor een verdere toename van het aantal aanwezigen binnen de invloedssfeer van Smit en Zoon.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00018-0301_0082.jpg" Figuur: Groepsrisico Smit en Zn zonder en met ziekenhuis.

Het ziekenhuis ligt binnen de invloedssfeer van incidenten met gevaarlijke stoffen op het rangeeremplacement in Amersfoort, Smit & Zoon, Ponnoplastic en het LPG-transport over de Bunschoterstraat. Bij het rangeeremplacement gaat het om giftige stoffen en brand en bij Smit & Zoon en Ponnoplastic gaat het vooral om de effecten als gevolg van een brand. In het onderzoek isgekeken naar de mogelijkheden om de effecten van eventuele calamiteiten te beperken. Het accent ligt hier met name op de zelfbeschermingsmaatregelen die het ziekenhuis kan treffen bij een ongeval dat zich op zeker moment voordoet, met name omdat het ziekenhuis (vanwege de beperkte zelfredzaamheid van patiënten) een zeer kwetsbare bestemming is. Om die reden is bij het ontwerp en de bouw van het ziekenhuis rekening gehouden met incidenten.

Als gevolg van de aanwezigheid van het bedrijf Smit en Zoon zijn de volgende voorschriften verbonden aan de voor het ziekenhuis geldende omgevingsvergunningen:

  • Het gebouw moet zo dicht mogelijk tegen de oostelijke erfgrens worden gepositioneerd. Deze maatregel heeft ook te maken met mogelijk explosiegevaar van een LPG-tankwagen op de Bunschoterstraat. Aan de westkant zijn de koppen van de gebouwen vrijwel geheel gesloten uitgevoerd.
  • De technische installaties van het ziekenhuis dienen te worden voorzien van maatregelen om de luchtinlaat tijdelijk af te sluiten als zich een calamiteit in de omgeving voordoet.
  • Vergunninghoudster dient de vereiste essentiële maatregelen en voorzieningen als beschreven in de aanvraag te hebben gerealiseerd en in stand te houden.
  • In de wijziging is gebouw SK7 vervallen, en gebouw FR verkleind (bovenste verdieping over de lengte gehalveerd). Het nieuwe bouwdeel KU is slechts een laag hoog. Per saldo is een afname van het voor de drukgolf kwetsbare geveloppervlak bereikt.

In de omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu zijn de volgende aanvullende voorwaarden opgenomen:

  • Gebouw en klimaatbeheersing dienen zodanig te zijn uitgerust, dat gedurende minmaal 4 uur veilig in het gebouw geschuild kan worden.
  • In het rampenbestrijdingsplan van het ziekenhuis wordt het scenario "calamiteit bij Smit & Zoon" opgenomen. Een gedeelte van de in het ziekenhuis aanwezige personen is verminderd zelf redzaam (de patiënten). Snel vluchten is voor deze groep niet mogelijk. Het gebouw is daarom voorzien van maatregelen om bij een optredende brand bij Smit & Zoon, te voorkomen, dat toxische gassen (rook) binnen kunnen dringen. Voorts is in het calamiteitenplan van het ziekenhuis opgenomen:
    • 1. Een procedure voor het sluiten van ventilatieopeningen
    • 2. Het waarschuwen van inpandig aanwezige personen dat zij binnen moeten blijven
    • 3. Een ontruimingsplan voor het gecontroleerd verlaten van het gebouw
    • 4. De inzet van personeel voor Bedrijfshulpverlening (BHV)
    • 5. De inrichting van een aangewezen ruimte als crisis- en communicatieruimte

Maatgevend is de bestrijding van een calamiteit bij het bedrijf Smit en Zoon. Een calamiteit met extern effect is een zeer grote brand. Er is binnen het bedrijf Smit en Zoon een brandmeldinstallatie met een directe doormelding naar de alarmcentrale. De opkomststijd van de brandweer ligt ruim binnen de normtijd (brandweer kazerne ligt op 2 km afstand) en het brandweerkorps een beroepskorps betreft. Er is voldoende bluswater aanwezig. De brandweer oefent regelmatig bij en met het bedrijf.

De wijziging van (de vergunning van) het ziekenhuis brengt geen verandering in de veiligheidssituatie ten opzichte van de met artikel 19.2 vergunde situatie.