direct naar inhoud van 4.2 Water
Plan: Verzetsplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00045-0301

4.2 Water

Een belangrijk instrument om ruimtelijke plannen te toetsen op het waterbeleid en het ordenend principe is de watertoets. Deze paragraaf geeft eerst een beeld van het meest relevante beleid en vervolgens de watertoets voor dit project.

4.2.1 Waterplan provincie Utrecht

Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied. De doelstelling van het plan is: een veilig en bewoonbaar land. Het plan geeft de gewenste ontwikkelingen in het waterbeheer in de provincie Utrecht aan. Hierbij is rekening gehouden met de Europese kaderrichtlijn water en het beleid Waterbeheer 21e eeuw (WB21). Het thema “water als ordenend principe” loopt als een rode draad door het gehele plan. Dit houdt in dat, voordat er beslissingen worden genomen op ruimtelijk gebied, er wordt bekeken welke gevolgen die hebben voor watersystemen.

4.2.2 Waterbeheersplan Waterschap Vallei en Eem

In het Waterbeheersplan 2010 - 2015 heeft Waterschap Vallei & Eem zijn ambities en uitvoeringsprogramma vastgelegd voor de periode 2010 tot en met 2015. Het plan bepaalt in grote lijnen de agenda van Waterschap Vallei & Eem voor de komende jaren. Dit plan is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied. Dit waterbeheersplan sluit vooral aan bij het rijksbeleid en het waterplan van de provincie.

4.2.3 Waterplan gemeente Amersfoort

In het "Waterplan Amersfoort" (2005) is de visie van de gemeente verwoord. Onderdeel hiervan zijn "duurzaamheidsprincipes", voorwaarden en ambities. Per gebied zijn accenten gelegd met behulp van streefbeelden. Verder sluit het plan nauw aan bij het waterplan van de provincie en het waterbeheersplan van Waterschap Vallei & Eem.

4.2.4 Watertoets

Bij ruimtelijke plannen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een waterparagraaf/watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21 eeuw, waarin aan water een meesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld.

4.2.5 Water in het plangebied

De initiatiefnemer heeft door Tauw voor het projectgebied een watertoets uit laten voeren, Bijlage 1. De belangrijkste elementen voor het onderwerp water worden hieronder beschreven.

Grondwater

De grondwaterstand wordt op peil gehouden door middel van een drainagesysteem. Dit systeem is voorafgaand aan de bouw op een diepte van 2 tot 3 meter beneden maaiveld. Deze lopen ook door het gebied waar het nieuwe gebouw komt. Belangrijk is dat deze leidingen of volledig in tact blijven of worden omgelegd. De intitiatiefnemer is hier verantwoordelijk voor.

De initiatiefnemer onderzoekt momenteel of de drainage in tact kan blijven of omgelegd moet worden. Deze informatie wordt te zijner tijd aan het bestemmingsplan toegevoegd.


De kelder wordt tot aan maaiveld waterdicht aangelegd, zodat in de beheersituatie geen bemaling nodig is.


Oppervlaktewater

Binnen de plangrens is geen oppervlaktewater aanwezig. Er is ook geen nieuw oppervlaktewater gepland.


Compensatie berging

De toename van het verhard oppervlak is kleiner dan 1000 m2. Er hoeft dus geen compenserende berging te worden aangelegd. Dit is ook niet in dit plan voorzien. Vasthouden van regenwater is wel een pre (vijvers, groene daken e.d.).


Riolering/regenwater

Voor zover het regenwater niet op het eigen perceel kan worden geïnfiltreerd of geborgen, moet dit gescheiden van het afvalwater worden aangeboden.


Waterkwaliteit

Er mogen geen uitlogende bouwstoffen als koper, lood, zink en geïmpregneerd hout worden toegepast op plaatsen waar die in aanraking kunnen komen met regenwater.


Conclusie

Als rekening wordt gehouden met bovenstaande punten is de waterhuishouding geen belemmering voor de ontwikkeling.

4.2.6 Reactie Waterschap Vallei en Eem

Het waterschap heeft in het kader van het vooroverleg geen opmerkingen gemaakt.