direct naar inhoud van 6.2 Toelichting op regels
Plan: Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00070-0303

6.2 Toelichting op regels

In het eerste hoofdstuk zijn de inleidende regels opgenomen. De inleidende regels bevatten de begripsbepalingen en de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels.

In hoofdstuk 2 zijn de regels van de verschillende bestemmingen opgenomen. Elk artikel kent de volgende opzet: eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Aansluitend volgen afwijkingsbevoegdheden met betrekking tot bouw-en/of gebruiksregels en daarna eventuele wijzigingsbevoegdheden. Hiermee wordt flexibiliteit geboden.

In hoofdstuk 3 zijn regels opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het gehele plan, zoals algemene afwijkingsregels en afwijkingsregels specifiek voor functiemenging op de bedrijventerreinen.

In het laatste hoofdstuk zijn respectievelijk het overgangsrecht en een slotregel opgenomen. Hoewel het hier in wezen ook algemene regels betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen.

6.2.1 Uitleg bestemmingen

Hieronder volgt een uitleg van een aantal bestemmingen die het bestemmingsplan kent. Sommige bestemmingen spreken voor zich en worden daarom niet nader toegelicht.

Naast de bestemmingen kent het bestemmingsplan ook dubbelbestemmingen. Een dubbelbestemming omvat een eigen stelsel van regels voor bouwen en gebruik voor het behoud en de bescherming van de in de dubbelbestemming aangegeven waarden. De dubbelbestemming functioneert naast de regeling die is verbonden aan de onderliggende bestemming.

Behalve bestemmingen en dubbelbestemmingen zijn binnen het bestemmingsplan aanduidingen te onderscheiden. Deze aanduidingen bevatten specificaties van bestemmingen en dubbelbestemmingen met betrekking tot het gebruik of het bouwen. Functieaanduidingen en bouwaanduidingen worden opgenomen in het artikel van de bestemming waarin ze voorkomen. Gebiedsaanduidingen hebben een eigen artikel omdat deze aanduidingen zich meestal over meerdere bestemmingen uitstrekken.

6.2.1.1 Bestemming "Agrarisch"

De percelen in het plangebied (De Wieken en Nijkerkerstraat e.o.) met een agrarische bestemming volgens het geldende bestemmingsplan hebben ook weer een agrarische bestemming gekregen. De regels uit het geldende bestemmingsplan zijn zo veel mogelijk overgenomen. Alleen waar actualisatie nodig was zijn de regels aangepast. Zo is nu een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor niet-agrarische nevenactiviteiten en zijn verschillende wijzigingsbevoegdheden opgenomen (voor de verbouw van waardevolle panden tot woning, Ruimte voor ruimteregeling ten behoeve van de bouw van een extra vrijstaande woning en voor het mogelijk maken van agrarische nevenactiviteiten op een grotere oppervlakte dan volgens de afwijkingsmogelijkheden zijn toegestaan).

6.2.1.2 Bestemming "Bedrijf"

Alle niet op een bedrijventerrein gelegen bedrijven in het plangebied hebben de bestemming "Bedrijf" gekregen. Afhankelijk van de plandelen zijn bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3.2 toegestaan.
Daarnaast is de bestemming "Bedrijf" opgenomen voor de nutsvoorzieningen in het plangebied die vallen buiten de bouwregels die per bestemming voor nutsvoorzieningen zijn opgenomen (maximale bruto-inhoud van 50 m3 en een maximale bouwhoogte van 3,5 m). In de bestemming is een bouwvlak opgenomen waarbinnen de nutsvoorziening is toegestaan met een maximale bouwhoogte van 4 meter.

6.2.1.3 Bestemming "Bedrijventerreinen"

Het bestemmingsplan kent 11 verschillende bestemmingen "bedrijventerreinen". Niet alleen omdat binnen het plangebied zes verschillende bedrijventerreinen aanwezig zijn, maar ook omdat er binnen de bedrijventerreinen verschillende gebieden te onderscheiden zijn (het bedrijventerrein Vathorst kent vijf verschillende bestemmingen "Bedrijventerreinen": artikel 7 tot en met 11).
Om de kenmerken van de verschillende bedrijventerreinen tot zijn recht te laten komen kent elk bedrijventerrein eigen regels, toegesneden op de regeling van de voorgaande bestemmingsplannen.
Een aantal regels geldt voor alle bedrijventerreinen. Gebouwen worden/zijn gebouwd binnen het bouwvlak, met bebouwingspercentage, de maximale hoogte is vastgelegd en bedrijven zijn toegestaan binnen bepaalde categorieën van bedrijven, zoals benoemd in de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie ook paragraaf 5.3 van deze toelichting).

Om te voorkomen dat de Staat van Bedrijfsactiviteiten als een bestemingenlijst gebruikt wordt is de begripsbepaling van "bedrijf" opgenomen. De op de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomende activiteiten zijn toelaatbaar als voldaan wordt aan de begripsbepaling van bedrijf (een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen); Verder zijn alleen die bedrijfsactiviteiten toegestaan als de categorie overeenkomt met de betreffende categorie op de verbeelding of in de bestemmingsomschrijving.

Ook voor de bedrijfswoningen(indien aanwezig) en de andere bouwwerken, zoals palen, masten en perceelsafscheidingen zijn regels opgenomen.
Per bedrijf dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen.

Om de nodige flexibiliteit mogelijk te maken is functieverruiming mogelijk. Rechtstreeks is functieverruiming mogelijk ten behoeve van vrije tijdsvoorzieningen (fitness, dansschool, leisure, sport, cultuur e.d.), vergaderfaciliteiten/hotel/congres/persoonlijke dienstverlening en maatschappelijke functies. Functieverruiming is ook mogelijk door een afwijking van de regels bij een omgevingsvergunning. Het gaat hier om de zogenaamde binnenplanse afwijkingsmogelijkheden en om de wijzigingsbevoegdheden. Een afwijkingsmogelijkheid is opgenomen voor bijvoorbeeld het toestaan van perifere detailhandel op sommige bedrijventerreinen, het toestaan van een zwaardere categorie bedrijvigheid, maar ook voor het afwijken van de hoogte. Een wijzigingsbevoegdheid is bijvoorbeeld opgenomen voor het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven in de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Om verdergaande functieverruiming mogelijk te maken zijn in de artikelen 52 en 53 specifieke afwijkings- en wijzigingsregels opgenomen. Een toelichting hierop volgt bij de betreffende artikelen.

Hieronder wordt per bedrijventerrein ingegaan op de regels.

6.2.1.3.1 Isselt (artikel 5)

Op Isselt zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 5.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Door middel van een aanduiding (op de verbeelding) is geregeld waar de verschillende categorieën zijn toegestaan. Bedrijven die zijn aangewezen in artikel 2.1, derde lid van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn alleen toegelaten op het geluidsgezoneerde deel van het terrein.
Detailhandel wordt niet toegestaan op Isselt. Uitzonderingen worden gemaakt voor bepaalde vormen van perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding (dhp). Een tuincentrum is toegestaan ter plaatse van de aanduiding (tc), zelfstandige kantoren zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding (k). Onderwijs en religie zijn respectievelijk toegestaan ter plaatse van de aanduidingen (on) en (re).

Verkooppunten voor motorbrandstoffen zonder lpg en met lpg zijn respectievelijk toegestaan ter plaatse van de aanduidingen (vm) en (vml).
De aanduiding (sbt-cop) is opgenomen voor de chemische productenfabriek (Smit&Zoon). Dit bedrijf is samen met het verkooppunt voor motorbrandstoffen de enige Bevi-inrichting (een inrichting op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zie ook paragraaf 5.6.4. van deze toelichting) die zijn toegestaan. Andere Bevi-inrichtingen en vuurwerkbedrijven zijn uitgesloten.

De aanduiding (bw) is gebruikt om aan te geven waar de (bestaande) bedrijfswoningen zijn toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding (cw) dienen de cultuurhistorische waarden van gebouwen behouden en beschermd te worden.

Op de verbeelding is de veiligheidscontour rondom Lpg-installaties opgenomen.

6.2.1.3.2 Calveen (artikel 6)

Op bedrijventerrein Calveen zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2, ter plaatse van aanduiding 3.2 en in de categorieën 1 tot en met 4.1, ter plaatse van de aanduiding 4.1. Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.

Ter plaatse van de aanduiding (h=a) is horeca van categorie a toegestaan (zoals restaurants, snackbars en ijssalons).
Ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit kunnen nadere eisen worden gesteld met betrekking tot bijvoorbeeld de plaats en afmetingen van bijbehorende bouwwerken en aantal en situering van parkeervoorzieningen.

6.2.1.3.3 Vathorst - Langs de Boulevard (artikel 7)

Op dit deel van bedrijventerrein Vathorst zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2 en een expeditiehof waar het laden en lossen ten behoeve van bedrijven plaats vindt bij de aanduiding (eh). Vestiging van detailhandelsbedrijven is uitgesloten.

Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.
Binnen deze bestemming gelden regels die zien op de representatieve zijde van de bebouwing, de hoogte van reclamezuilen en geluidwerende voorzieningen.
Nadere eisen kunnen worden gesteld ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit.
Naast de afwijkingsmogelijkheden voor perifere detailhandelsbedrijven en andere functies zijn er onder meer afwijkingsmogelijkheden voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding (sbt-eh) expeditiehof, voor ondergrondse parkeervoorzieningen (sg-p), voor het lager bouwen dan de voorgeschreven minimale bouwhoogte voor het bouwen van gebouwen met een hoogte van 21 meter en het bouwen van reclamezuilen tot 20 meter.

6.2.1.3.4 Vathorst - de Eilanden (artikel 8)

Ook op dit deel van bedrijventerrein Vathorst zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2 en een expeditiehof waar het laden en lossen ten behoeve van bedrijven plaats vindt bij de aanduiding (eh). Vestiging van detailhandelsbedrijven is uitgesloten.

Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.
Binnen deze bestemming gelden regels die zien op de representatieve zijde van de bebouwing, de hoogte van reclamezuilen en geluidwerende voorzieningen.
Nadere eisen kunnen worden gesteld ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit.
Naast de afwijkingsmogelijkheden voor perifere detailhandelsbedrijven en andere functies zijn er onder meer afwijkingsmogelijkheden voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding (sbt-eh) expeditiehof, voor ondergrondse parkeervoorzieningen (sg-p), voor het lager bouwen dan de voorgeschreven minimale bouwhoogte, voor het bouwen van gebouwen met een hoogte van 21 meter en het bouwen van reclamezuilen tot 20 meter.

6.2.1.3.5 Vathorst - de Geluidswal (artikel 9)

Ook op dit deel van bedrijventerrein Vathorst zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2 en een expeditiehof waar het laden en lossen ten behoeve van bedrijven plaats vindt bij de aanduiding (eh). Vestiging van detailhandelsbedrijven is uitgesloten.

Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.
Binnen deze bestemming gelden regels die zien op de representatieve zijde van de bebouwing, de hoogte van reclamezuilen en geluidwerende voorzieningen. Bovendien gelden er aan de zijde van de rijksweg A1 bepaalde bebouwingsgrenzen vanaf de voet van de geluidswal
Nadere eisen kunnen worden gesteld ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit.
Naast de afwijkingsmogelijkheden voor perifere detailhandelsbedrijven en andere functies zijn er onder meer afwijkingsmogelijkheden voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding (sbt-eh) expeditiehof, voor ondergrondse parkeervoorzieningen (sg-p), voor het lager bouwen dan de voorgeschreven minimale bouwhoogte, voor het bouwen van gebouwen met een hoogte van 21 meter en het bouwen van reclamezuilen tot 20 meter.

6.2.1.3.6 Vathorst - de Accenten (artikel 10)

Ook op dit deel van bedrijventerrein Vathorst zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2 en een expeditiehof waar het laden en lossen ten behoeve van bedrijven plaats vindt bij de aanduiding (eh). Vestiging van detailhandelsbedrijven is uitgesloten.

Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.
Binnen deze bestemming gelden regels die zien op de representatieve zijde van de bebouwing en de hoogte van reclamezuilen.

Nadere eisen kunnen worden gesteld ter waarborging van de de stedenbouwkundige kwaliteit.
Naast de afwijkingsmogelijkheden voor perifere detailhandelsbedrijven en andere functies zijn er onder meer afwijkingsmogelijkheden voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding (sbt-eh) expeditiehof, voor ondergrondse parkeervoorzieningen (sg-p), voor het lager bouwen dan de voorgeschreven minimale bouwhoogte, voor het bouwen van gebouwen met een hoogte van 21 meter en het bouwen van reclamezuilen tot 20 meter.

6.2.1.3.7 Vathorst - De Velden - 1G (artikel 11)

In deel van het plangebied zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2. Vestiging van detailhandelsbedrijven is uitgesloten.

Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.
Binnen deze bestemming gelden regels die zien op de representatieve zijde van de bebouwing, bebouwingsaccenten, de hoogte van reclamezuilen en geluidwerende voorzieningen. Bovendien gelden er aan de zijde van de rijksweg A1 bepaalde bebouwingsgrenzen vanaf de voet van de geluidswal.
Nadere eisen kunnen worden gesteld ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit.
Naast de afwijkingsmogelijkheden voor perifere detailhandelsbedrijven en andere functies zijn er onder meer afwijkingsmogelijkheden voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding (sbt-eh) expeditiehof, voor ondergrondse parkeervoorzieningen (sg-p), voor het lager bouwen dan de voorgeschreven minimale bouwhoogte, voor het bouwen van gebouwen met een hoogte van 21 meter en het bouwen van reclamezuilen tot 20 meter.

6.2.1.3.8 De Hoef (artikel 12 en artikel 18)

Op de Hoef zijn binnen de bestemming "Bedrijventerreinen 4" bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2, ter plaatse van aanduiding 3.2 en in de categorieën 1 tot en met 4.1, ter plaatse van de aanduiding 4.1.

Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.
Nadere eisen kunnen worden gesteld ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit. Afwijkingsmogelijkheden zijn er voor de bouwhoogte en hoogte andere bouwwerken, indien nodig voor de doelmatige bedrijfsvoering, milieuhygiënische of veiligheidsoverwegingen, dan wel uit oogpunt van windenergie en voor het bouwen tot op de perceelsgrens.

De bestemming "Gemengd 2" is opgenomen voor het zuid-westelijk deel van de Hoef. Binnen deze bestemming zijn onder meer kantoren, bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3.2, onderwijs, vrije tijdsvoorzieningen, lunchroom/vergaderfaciliteiten, maatschappelijke functies en horeca mogelijk.
Afwijkingsmogelijkheden zijn er ten behoeve van wonen, horeca/uitgaan/cultuur, mits voldaan wordt aan aantal voorwaarden (overeenstemming Visie werklocaties, geen belemmeringen vanuit oogpunt milieu en verkeerskundige belangen en verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad).

6.2.1.3.9 De Wieken Zuid (artikel 13)

Op de Wieken Zuid zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2, ter plaatse van aanduiding 3.2 en in de categorieën 1 tot en met 4.1, ter plaatse van de aanduiding 4.1. Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.

6.2.1.3.10 De Wieken Zuid (artikel 14)

Op dit deel van de Wieken Zuid zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2. Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers zijn niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding (dhp) is handel in caravans met bijbehorende dienstverlening en ter plaatse van de aanduiding (dh) is detailhandel in sportartikelen als nevenactiviteit toegestaan.
Afwijkingsmogelijkheden zijn er onder meer voor het vergroten van het bebouwingspercentage en voor het bouwen op de perceelsgrens.
Voor de het geheel of gedeeltelijk slopen of het geheel of gedeeltelijk wijzigen van gevels of dakconstructie van gebouwen met de aanduiding (cw) geldt dat hiervoor een omgevingsvergunning nodig is.

6.2.1.3.11 De Wieken Zuid (artikel 15)

Deze bestemming is opgenomen voor het gebied waar de Maxhoeve is gelegen. Bedrijven zijn toegestaan in de categorieën 1 en 2. Ter plaatse van de aanduiding (cw) zijn de gronden bestemd voor behoud en bescherming van cultuurhistorische waarde van gebouwen. Een bedrijfswoning is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding (bw). Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.

Afwijkingsmogelijkheden zijn er voor andere categorieën van bedrijvigheid, bebouwingspercentage en herbouw van aan- en bijgebouwen.

6.2.1.4 Bestemming "Detailhandel"

De bestemming Detailhandel komt voor op bedrijventerrein De Brand. Detailhandel wordt beperkt tot perifere detailhandel via de aanduiding (Dhp). Toegestane branches zijn opgenomen in de nota detailhandel. Wonen is uitsluitend op de verdieping toegestaan.

6.2.1.5 Bestemming "Gemengd"

Van de bestemming Gemengd wordt gebruik gemaakt voor de gebieden met meerdere, van elkaar verschillende uitwisselbare hoofdfuncties. Het bestemmingsplan kent 3 verschillende bestemmingen "Gemengd" voor respectievelijk (een deel van) Centraal stadsgebied (CSG), het zuidwestelijk deel van de Hoef en het entreegebied in de Wieken Zuid.

6.2.1.5.1 CSG (artikel 17)

De bestemming Gemengd CSG is van toepassing op het gebied gelegen in Centraal Stadsgebied, grenzend aan Kop van Isselt. Voor deze bestemming is aangesloten bij de geldende bestemming. Binnen deze bestemming zijn toegestaan kantoren, bedrijven toegestaan in de milieucategorieën 1 t/m 3.2, perifere detailhandel (uitsluitend op eerste en tweede bouwlaag), maatschappelijke doeleinden en wonen in de vorm van vrijstaande aaneengesloten en gestapelde woningen, verkeers- en verblijfsdoeleinden en groenvoorzieningen. Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.
Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het toestaan van een zwaardere categorie bedrijvigheid.

6.2.1.5.2 De Hoef (artikel 18)

Het zuidwestelijk deel van het bedrijventerrein de Hoef heeft een gemengde bestemming. Voor deze bestemming is ook aangesloten bij de geldende bestemming. Binnen de bestemming Gemend 1 zijn de volgende functies toegestaan: kantoren, bedrijven in de milieucategorieën 1 t/m 3.2, onderwijs, vrije tijdsvoorzieningen, lunchroom/vergaderfaciliteiten, hotel/congres, persoonlijke dienstverlening, maatschappelijke functies en horeca a en c.Bedrijven als genoemd in onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde grote lawaaimakers) zijn niet toegestaan.
Er zijn afwijkingsmogelijkheden voor wonen en horeca/uitgaan/cultuur, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan (zoals in overeenstemming met Visie werklocaties en Horecanota, geen belemmeringen uit oogpunt van milieu) en voor het toestaan van een andere categorie bedrijvigheid.

6.2.1.5.3 Entreegebied (artikel 19)

Het entreegebied van de Wieken Zuid heeft ook een gemengde bestemming gekregen. Voor deze bestemming is enerzijds aangesloten bij de geldende bestemming en anderzijds bij het beleid van de Visie werklocaties en het Horecanota. Binnen de bestemming Gemengd 2 zijn de volgende functies toegestaan: leisure (maximaal 4500 m2 ), partycentrum en horeca (maximaal 3200 m2) en bedrijven in de milieucategorieën 1 t/m 3.2. Er is een afwijkingsmogelijkheid voor een andere categorie bedrijvigheid.

6.2.1.6 Bestemming "Groen"

De gronden waarvan het groene karakter in stand moet worden gehouden hebben de bestemming "Groen" gekregen. De gronden zijn daarmee bestemd voor groenvoorzieningen, parken en plantsoenen, voet- en fietspaden en speelvoorzieningen Ter plaatse van de aanduiding (sg-gw) is een geluidwal toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding (sv-p) is parkeren toegestaan. Er wordt geen bebouwing mogelijk gemaakt. Er mogen enkel nutsvoorzieningen worden gerealiseerd en andere bouwwerken zoals palen, masten en verlichtingselementen.

6.2.1.7 Bestemming "Groen1"

Het gebied rond Hogeweg 215 heeft de bestemming Groen1 gekregen. Deze bestemming is gebaseerd op het geldende bestemmingsplan en het huidige gebruik. Binnen deze bestemming is het mogelijk de gronden te gebruiken als opslagplaats voor gladheidsbestrijdingsmiddelen en wegonderhoudsmaterialen en verder voor groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, in- en uitritten en geluidwerende voorzieningen.

6.2.1.8 Bestemming "Horeca"

De percelen in het gebied die volledig in gebruik zijn voor horeca hebben een horecabestemming gekregen. het gaat om drie verschillende percelen, die elk een eigen horecabestemming hebben.
De bestemming Horeca 1 (artikel 22) geldt voor een perceel op de Wieken en ziet op een café-restaurant met daarbij behorende bedrijfsgebouwen en één bedrijfswoning.
De bestemming Horeca 2 (artikel 23) geldt voor een perceel aan de Nijkerkerstraat. Op de begane grond is horeca-a toegestaan en daarnaast een zalencentrum, congrescentrum en vergaderruimte.
De bestemming Horeca 3 geldt voor een perceel op de Brand. Horeca categorie a en b is toegestaan en ook een hotel.

6.2.1.9 Bestemming "Kantoor"

De bestemming Kantoor geldt alleen voor enkele percelen op de Brand en voor een perceel in CSG en is gebaseerd op de geldende bestemming en het huidige gebruik. Voor laatstgenoemde locatie geldt dat de onderste twee bouwlagen van de stadsplint ook bestemd zijn voor publieksgerichte dienstverlening.

6.2.1.10 Bestemming "Maatschappelijk"

De bestemming Maatschappelijk 1 is opgenomen voor de kapel op Isselt. Door middel van de aanduiding religie (re) zijn levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen toegestaan.
De bestemming Maatschappelijk 2 geldt voor de Hogeschool Utrecht gelegen in de Kop van Isselt. De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor onderwijs- en opvangvoorzieningen, medische, sociale, culturele, levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen en voorzieningen voor openbare dienstverlening. Een afwijkingsmogelijkheid is opgenomen voor een ander soort maatschappelijke voorziening.

6.2.1.11 Bestemming "Natuur"

De gronden met deze bestemming zijn bedoeld voor natuur en landschap in de vorm van bos, heide, moeras, weide, water en bijzondere parkelementen. Ter plaatse van de aanduiding (wb) is een waterberging/hydrologische buffer, water, watergang e.d. toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding (ew) is een ecologische verbinding toegestaan. Binnen de bestemming Natuur kunnen ook fiets, voet- en ruiterpaden worden aangelegd voor extensief recreatief medegebruik. Voor een aantal werkzaamheden, zoals aanleggen of dempen van sloten en afgraven van gronden is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig.

6.2.1.12 Bestemming "Sport"

De aanwezige sportvoorzieningen in het plangebied hebben de bestemming "Sport" gekregen. Deze gronden kunnen worden gebruikt voor sportvelden en dagrecreatie. Ter plaatse van de aanduiding (h=c) is horeca van categorie c toegestaan. Hieronder wordt verstaan: dienstverlening door middel van de exploitatie van sportkantines, welke exploitatie niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke op het perceel dan wel in het gebouw wordt uitgeoefend.
Verder is binnen de bestemming Sport de bouw van lichtmasten bij de sportvelden mogelijk. Lichtmasten kunnen worden gebouwd tot een hoogte van 15 m.
Afwijkingsmogelijkheden zijn er voor bouwen buiten het bouwvlak en ondergeschikte detailhandel.

6.2.1.13 Bestemming "Tuin"

Binnen de bestemming Tuin zijn weinig bouwmogelijkheden. Gronden met deze bestemming mogen niet worden gebruikt voor het parkeren van auto's.

6.2.1.14 Bestemming "Verkeer"

De snelwegen en de ontsluitingswegen hebben de bestemming "Verkeer" gekregen. Het aantal rijstroken dat is toegestaan is gebaseerd op de huidige situatie.
Binnen deze bestemming mogen ook voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen en bermen, groenvoorzieningen en taluds worden gerealiseerd. Ook nutsvoorzieningen en andere bouwwerken zoals palen, masten en verlichtingselementen mogen worden gerealiseerd evenals geluidwerende voorzieningen. Ter plaatse van de betreffende aanduiding is een laad en loskade toegestaan. Ter hoogte van de Hoevelakensebeek is een ecologische verbinding toegestaan.

6.2.1.15 Bestemming "Verkeer - Spoorverkeer"

De spoorlijn in het plangebied heeft de bestemming Verkeer - Spoorverkeer. Binnen deze bestemmingen mogen overbouwingen en onderdoorgangen voor het weg- en langzaamverkeer worden gerealiseerd en nutsvoorzieningen en andere bouwwerken zoals palen, masten en verlichtingselementen worden gerealiseerd.

6.2.1.16 Bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied"

De erftoegangswegen in het gebied hebben de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" gekregen. Ter plaatse van de aanduiding (sv-fi) is een fietsenstalling toegestaan. Parkeren is toegestaan ter plaatse van de aanduiding (sv-p). Binnen deze bestemmingen mogen nutsvoorzieningen en andere bouwwerken zoals palen, masten en verlichtingselementen worden gerealiseerd evenals geluidwerende voorzieningen. Binnen deze bestemming vallen ook groenvoorzieningen en bermen.

De bestemming Verkeer -Verblijfsgebied 1 geldt voor de gronden bij de woonboten Isselt. Ter plaatse van de aanduiding (oe) is gebruik toegestaan voor tuinen en/of erven bij de aanwezige woonboten.

6.2.1.17 Bestemming "Water"

De watergangen in het plangebied die door het Waterschap zijn geclassificeerd als primaire watergangen hebben de bestemming "Water" gekregen in het bestemmingsplan.
De ligplaatsen voor woonboten zijn geregeld door de aanduiding (swa-wbl). Buiten deze aanduiding mogen geen woonboten afgemeerd worden. De onderlinge afstand tussen de ligplaatsen en de breedte van de ligplaats is geregeld en ook de breedte en hoogte van de woonboten. De ligplaatsen mogen pas als zodanig gebruikt worden als de geluidwerende voorzieningen zijn getroffen.

6.2.1.18 Bestemming "Wonen"

In het plangebied komen 4 woonbestemmingen voor, elk aangeduid met een nummer. Deze woonbestemmingen worden voor alle bestemmingsplannen gebruikt zodat een eenduidige bestemmingsregeling ontstaat voor de woningen in Amersfoort.

  • Wonen-1: deze bestemming is gegeven aan de aaneengesloten woningen. Op de verbeelding ligt het bouwvlak bij deze bestemming steeds om een rij woningen. Daar binnen zijn de woningen toegestaan, waarbij voldaan moet worden aan een aantal regels. Daar buiten, maar binnen de bestemmingsgrens, mogen de bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd, waarbij ook weer voldaan moet worden aan een aantal regels.
  • Wonen-2: deze bestemming is gegeven aan de twee-onder-één-kap-woningen. Op de verbeelding ligt het bouwvlak bij deze bestemming steeds om een blok van twee woningen. Daar binnen zijn de woningen toegestaan, waarbij voldaan moet worden aan een aantal regels. Daar buiten, maar binnen de bestemmingsgrens, mogen de bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd, waarbij ook weer voldaan moet worden aan een aantal regels.
  • Wonen-3: deze bestemming is gegeven aan de vrijstaande woningen. Op de verbeelding ligt het bouwvlak bij deze bestemming om één woning. Daar binnen is de woning toegestaan, waarbij voldaan moet worden aan een aantal regels. Daar buiten, maar binnen de bestemmingsgrens, mogen de bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd, waarbij ook weer voldaan moet worden aan een aantal regels.
  • Wonen-4: deze bestemming is gegeven aan de gestapelde woningen. Op de verbeelding ligt het bouwvlak bij deze bestemming om het gebouw. Daar binnen is de bebouwing voor gestapelde woningen toegestaan, waarbij voldaan moet worden aan een aantal regels.

In alle woonbestemmingen is een regeling opgenomen voor beroepen en bedrijven aan huis. Deze regeling biedt de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een beroep of bedrijf aan huis uit te oefenen.

6.2.1.19 Bestemming" Leiding - gas"

Het betreft hier een dubbelbestemming. Behalve voor de andere voorkomende bestemmingen zijn de gronden met deze dubbelbestemming bedoeld voor het transport van aardgas door een hogedrukgasleiding met een veiligheidsstrook met een breedte van 4 meter aan weerszijden van de leiding. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken met een hoogte van 4 meter worden gebouwd, nadat advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder. Ook is voor een aantal werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig. Ook hiervoor moet advies worden gevraagd bij de leidingbeheerder.

6.2.1.20 Bestemming "Waarde - archeologie"

Dit bestemmingsplan kent vier dubbelbestemmingen Waarde - archeologie. Het gaat om vier verschillende categorieën van bescherming. Categorie 1 kent de hoogste bescherming. Een archeologisch onderzoeksrapport dient te worden overlegd bij bodemingrepen dieper dan 30 cm. Bij categorie 2 gaat het om bodemingrepen dieper dan 30 cm en groter dan 100 m2 , bij categorie 3 om bodemingrepen dieper dan 30 cm en groter dan 500 m2 en bij categorie 4 om bodemingrepen dieper dan 30 cm en groter dan 10.000m2 .
Er mag slechts worden gebouwd indien aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende zijn vastgesteld. Er zijn uitzonderingen op het overleggen van een onderzoeksrapport en er kunnen voorwaarden aan de vergunning worden verbonden. Daarnaast is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren (gekoppeld aan de verschillende oppervlakten) dan 500 m². Ook hierop zijn uitzonderingen mogelijk en kunnen voorwaarden aan de vergunning worden verbonden.

6.2.1.21 Bestemming "Waarde - ecologie"

De dubbelbestemming "Waarde - ecologie" is gelegd op een gebied in het natuurgebied Bloeidaal. Alleen ten behoeve van de andere bestemming, in dit geval "Natuur", mag worden gebouwd uitsluitend nadat zo nodig advies is ingewonnen van een door het bevoegd gezag aan te wijzen ter zake deskundige en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van de ecologie.

6.2.1.22 Bestemming "Waterstaat - waterkering"

De gronden met deze bestemming zijn, behalve voor de daar voorkomende andere bestemmingen bestemd voor de instandhouding, bescherming, verbetering en beheer van de waterkering. Er mogen uisluitend andere bouwwerken worden gebouwd met een hoogte van maximaal 4 meter. Er is een afwijkingsmogelijkhedi voor het bouwen van bouwwerken. Voorwaarde is onder meer dat advies wordt gevraagd bij het Waterschap Valle & Eem.

6.2.2 Uitleg algemene regels

Elk bestemmingsplan kent algemene regels, die niet gekoppeld zijn aan een bepaalde bestemming. De algemene bouwregels (artikel 49) maken een beperkte overschrijding van de bouwgrenzen mogelijk. En overschrijding van maximaal 1,5 m is mogelijk via een afwijkingsbevoegdheid (mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan). In de algemene bouwregels zijn ook de afmetingen van parkeervoorzieningen bepaald en de ruimte voor laden en lossen. De algemene gebruiksregels (artikel 50) geven aan welk gebruik van onbebouwde gronden en van gebouwen als strijdig met het bestemmingsplan wordt aangemerkt (zoals bepaalde vormen van opslag en als seksinrichting). De algemene afwijkingsregels (artikel 51) maken mogelijk dat burgemeester en wethouders van de regels kunnen afwijken voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen (zoals transformatorhuisjes, fietsenstallingen), het geringe mate van overschrijden van bestemmings- of bouwgrenzen en van eisen die gelden voor maten en percentages. Aan het verlenen van medewerking aan de afwijkingen zijn voorwaarden verbonden.. Ook voor mantelzorg is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen.


Hieronder volgt nadere toelichting van achtereenvolgens de algemene aanduidingsregels, specifieke afwijkingsregel en specifieke wijzigingsbevoegdheid.

6.2.2.1 Algemene aanduidingsregels

In de algemene aanduidingsregels staan vijf verschillende gebiedsaanduidingen benoemd.
Binnen de wettelijke geluidszones mogen geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder worden gerealiseerd. Hier kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken, mits voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.

De Milieuzone - waterwingebied is opgenomen ter bescherming van de waterwinning. Bij het beoordelen van een aanvraag voor een vergunning voor het bouwen van een gebouw of een ander bouwwerk adviseert de beheerder van het waterwingebied over eventuele voorwaarden die moeten worden gesteld.

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - zones wet milieubeheer' zijn bestemd voor het uitvoeren van bedrijfsmatige activiteiten in aangegeven milieucategorie overeenkomstig de bijbehorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;

Binnen de Veiligheidszone - lpg mogen geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd. Een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor het verwijderen van de gebiedsaanduiding als de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd.

6.2.2.2 Specifieke afwijkingsregel en specifieke wijzigingsbevoegdheid

Naast de algemene afwijkingsregels is een specifieke afwijkingsregel opgenomen om functiemenging op de bedrijventerreinen mogelijk te maken. Deze afwijkingsregel geldt in principe voor alle terreinen. Voorwaarde is onder meer dat voldaan moet worden aan de Visie Werklocaties (zoals die geldt ten tijde van de aanvraag). Omdat voldaan moet worden aan de Visie bereiken we dat niet op elk terrein dezelfde mate van functiemenging ontstaat (zie ook paragraaf 3.1.1.4). Ook mogen er uit oogpunt van milieu geen belemmeringen zijn. So wie so kunnen er geen nieuwe gevoelige bestemmingen worden gerealiseerd tenzij er geen milieubelemmmeringen zijn.
De toepassing van de afwijkingsbevoegdheid mag niet leiden tot feitelijke wijziging van de bestemming.
De afwijking wordt meegenomen in de omgevingsvergunning waartegen bezwaar en beroep is opengesteld. Er hoeft dus geen aparte procedure te worden gevolgd.

De specifieke wijzigingsbevoegdheid is ook opgenomen om functiemenging mogelijk te maken en maakt het juist mogelijk de bestemming feitelijk te wijzigen. Verder gelden dezelfde voorwaarden die ook aan het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid worden gesteld.