direct naar inhoud van Artikel 12 Bedrijventerrein 4
Plan: Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00070-0303

Artikel 12 Bedrijventerrein 4

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijventerrein 4" (De Hoef) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorie 1 tot en met 3.2, ter plaatse van de aanduiding 3.2 zoals aangeduid in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. bedrijven in de categorie 1 tot en met 4.1, ter plaatse van de aanduiding 4.1 zoals aangeduid in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. bedrijfsgebonden, onzelfstandige kantoren zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij behoren bij de toegelaten bedrijven en mits de vloeroppervlakte van die kantoren per bedrijf minder bedraagt dan 50% van het brutovloeroppervlak van het bedrijf, tenzij dit percentage ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, op basis van verworven rechten al afwijkend is;
  • d. zelfstandige kantoren uitsluitend zijn toegestaan in een bedrijfsverzamelgebouw waarbinnen drie of meer bedrijven zijn gevestigd en per bedrijfsverzamelgebouw niet meer dan 50% van het totale bruto vloeroppervlak bestaat uit zelfstandige kantoren en parkeren op eigen terrein plaatsvindt;
  • e. functieverruiming ten behoeve van:
    vrije tijdsvoorzieningen (fitness, dansschool, leisure, sport, cultuur e.d.):
    vergaderfaciliteiten/congres;
    persoonlijke dienstverlening (kapper, stomerij e.d.);
    maatschappelijke functies
    is toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. overeenstemming met de Visie Werklocaties zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
    • 2. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid zoals is vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag:
    • 3. uit het oogpunt van milieu geen belemmeringen zijn, indien nodig - op aangeven en ter beoordeling van de gemeentelijke milieudeskundige - onderbouwd met een milieuonderzoek;
    • 4. er moet sprake zijn van een acceptabele verkeersafwikkeling en een acceptabele verkeersveiligheidssituatie, indien nodig - op aangeven en ter beoordeling van de gemeentelijke verkeersdeskundige - onderbouwd met een verkeersonderzoek;
    • 5. in overeenstemming met Horecanota en Nota Detailhandel zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
    • 6. op enig aangrenzend terrein de realisering van de bestemming niet wordt belemmerd;
    • 7. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende terreinen;

met dien verstande dat toepassing van de afwijking niet mag leiden tot feitelijke wijziging van de bestemming.

    • 1. Rijkswaterstaat zal geraadpleegd dienen te worden indien de functieverruiming plaatsvindt op een perceel nabij de rijkswegen A1 en A28 en vallend binnen de contourenkaart (*), zolang het Tracébesluit niet in werking is getreden.

* Voor het project knooppunt Hoevelaken is in samenspraak een Contourenkaart opgesteld waarbinnen het project knooppunt Hoevelaken moet kunnen worden uitgevoerd als maximale grens van het gebied. De Contourenkaart is onderdeel van de tweede bestuursovereenkomst knooppunt Hoevelaken (BOK2).

  • f. ter plaatse van de aanduiding (k) is een kantoor toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding (sm-ho) hondenopvang toegestaan, met dien verstande dat er sprake is van dagopvang, geen uitbreiding mag plaatsvinden en voldaan moet worden aan de milieueisen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding (jo) jeugdopvang;
  • i. bedrijven, zijnde categorieën inrichtingen die zijn aangewezen in artikel 2.1, derde lid van het Bor (geluidzoneringsplichtige inrichtingen), zijn uitgesloten;
  • j. bedrijfsontsluitingen, wegen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen;

    met dien verstande dat voldaan moet worden aan de gemeentelijke parkeernorm zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
12.2 Bouwregels

Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming, en nutsvoorzieningen.

12.2.1 Gebouwen - algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse op de verbeelding is aangegeven;
  • c. de gronden binnen een bouwvlak mogen geheel worden volgebouwd, tenzij een bebouwingspercentage of een bebouwde oppervlakte is aangegeven; in dat geval geldt dat bebouwingspercentage of de bebouwde oppervlakte;
  • d. de afstand van de gebouwen ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 2,5 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde in sublid 12. 2.1. onder a, geldt voor nutsvoorzieningen dat deze tevens buiten het bouwvlak zijn toegestaan;

12.2.2 Andere bouwwerken

De hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 25 m bedragen tenzij hieronder anders aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen, masten en reclame- en andere tekens   10 m  
Verlichtingsmasten en
Antenne-installaties, voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn  
12 m  
luifels en ander straatmeubilair   6 m  
andere overkappingen   3 m  
verkeerstekens en beeldende kunstwerken   4 m  
erf- en perceelsafscheidingen voor de voorgevel   1 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen en overige andere bouwwerken   2 m  

12.3 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 voor:

  • a. het bouwen van een hoogte tot 22 m, indien nodig voor de doelmatige bedrijfsvoering;
  • b. het oprichten van gebouwen buiten het bebouwingsvlak, mits stedenbouwkundig aanvaardbaar;
  • c. voor het bouwen van andere bouwwerken tot een hoogte tot 30 meter indien nodig voor de doelmatige bedrijfsvoering;
  • d. voor het bouwen van andere bouwwerken tot een hoogte tot 40 meter, uitsluitend voor schoorstenen, fakkels, kranen, windmolens en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, indien nodig voor doelmatige bedrijfsvoering, uit milieuhygiënische of veiligheidoverwegingen noodzakelijk, dan wel uit oogpunt van windenergie gewenst;
  • e. voor het bouwen tot op de perceelgrens;

mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebuiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

12.4 Afwijken Staat van Bedrijfsactiviteiten
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 12.1 voor het toestaan van bedrijven in een hogere categorie van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel andere bedrijven toestaan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten maar daarmee vergelijkbaar zijn voor wat betreft de aard en de omvang van de effecten naar de omgeving, zoals bedoeld in de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering", uitgave 2009.
  • b. Een bedrijf uit een milieucategorie toegestaan volgens de milieuzone kan niet worden toegelaten als de milieueffecten groter zijn dan de effecten uit de toelaatbare milieucategorie voor deze milieuzone.
12.5 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit, alsmede ter waarborging van een goede bereikbaarheid ingeval van calamiteit, nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. de plaats en afmetingen van bouwwerken en bijbehorende bouwwerken voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  • b. het aantal en de situering van parkeervoorzieningen;
  • c. de inrichting van het terrein behorende bij een bedrijf.

12.6 Wijzigingsbevoegdheid

Wijziging Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro het plan wijzigen voor het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van die soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.