direct naar inhoud van Artikel 45 Algemene wijzigingsregels
Plan: Berg-Utrechtseweg
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00049-0201

Artikel 45 Algemene wijzigingsregels

45.1 Gebiedsaanduiding Wrozone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, voor de gronden met 'Gebiedsaanduiding Wrozone - wijzigingsgebied 1', het plan wijzigen ten behoeve van woningbouw, waarbij voldaan dient te worden aan de volgende voorwaarden:

  • a. er kunnen ten hoogste tien vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van de woningen mag ten hoogste 6 m en de nokhoogte 10 m bedragen;
  • c. de afstand van een hoofdgebouw tot de perceelgrens van de woningen aan de Stichtse Rotonde dient ten minste 15 m te bedragen;
  • d. de wijziging dient te geschieden op basis van een plan voor de landschappelijke inpassing van het (de) bouwwerk(en);
  • e. rekening dient te worden gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden als bedoeld in het 'Toetsingskader beschermd stadsgezicht' die als bijlage 1 bij de regels is gevoegd;
  • f. de nieuwbouw slechts in gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie' kan worden gerealiseerd, als uit nader onderzoek blijkt dat de archeologische waarden niet worden aangetast;
  • g. voldaan wordt aan de parkeernormen zoals deze gelden op het moment van indienen van het verzoek tot wijziging;
  • h. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • i. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

45.2 Gebiedsaanduiding Wrozone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, voor de gronden met 'Gebiedsaanduiding Wrozone - wijzigingsgebied 2', het plan wijzigen ten behoeve van woningbouw, waarbij voldaan dient te worden aan de volgende voorwaarden:

  • a. niet meer dan 67 woningen worden gebouwd, waarvan maximaal 16 in de vorm van appartementen;
  • b. het bebouwingspercentage van het perceel maximaal 18% bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van de nieuwbouw maximaal 15 meter bedraagt;
  • d. de nieuwbouw geclusterd wordt gerealiseerd;
  • e. natuurontwikkeling onderdeel is van het plan en wel in de vorm van een groene corridor met een breedte van 110 meter aan de westzijde van het perceel, grenzend aan het perceel Stichtse Rotonde 11 (Golden Tulip);
  • f. de aanvrager dient ervoor zorg te dragen dat ter plaatse van de gevel van de (geplande) laagbouwwoningen op het voormalige Sinaiterrein, weergegeven door de denkbeeldige lijn tussen de Rijksdriehoekscoördinaten (153.430,460.689) en (153.441,460.721) en de lijn tussen de coördinaten (153.448,460.732) en (153.462,460.762), vanwege de in het dierenbeschermingscentrum aanwezige toestellen en installaties en door de in het dierenbeschermingscentrum verrichte werkzaamheden of activiteiten in de representatieve bedrijfssituatie, de volgende geluidsniveaus niet worden overschreden:

    Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT):
      • 50 dB(A) op 1,5 m hoogte in de uren gelegen tussen 07.00 en 19.00 uur;
      • 45 dB(A) op 5 m hoogte in de uren gelegen tussen 19.00 en 23.00 uur;
      • 40 dB(A) op 5 m hoogte in de uren gelegen tussen 23.00 en 07.00 uur;
  • g. parallel aan de Laan 1914 minimaal een zone van 20 meter vrij blijft van bebouwing, om zo een zone met het karakter van een boswal te krijgen;
  • h. wanneer appartementen worden gerealiseerd dienen deze in één bouwvolume te worden gebouwd aan de noordoostzijde van het perceel, en in afwijking van het genoemde onder punt g op een afstand van niet minder dan 13 meter van de Laan 1914;
  • i. de bebouwing vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt zorgvuldig wordt ingepast wat moet blijken uit een integraal stedenbouwkundig plan voor de bebouwing en de inrichting van het terrein;
  • j. de nieuwbouw slechts in gebieden met de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie' kan worden gerealiseerd, als uit nader onderzoek blijkt dat de archeologische waarden niet worden aangetast;
  • k. voldaan wordt aan de parkeernormen zoals deze gelden op het moment van indienen van het verzoek tot wijziging, en het parkeren zoveel mogelijk te integreren in de bouwvolumes;
  • l. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • m. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
45.3 Wijziging in verband met archeologische waarden

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door het opnemen van de aanduiding “archeologische waarden”, ten behoeve van de bescherming van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden, indien uit onderzoek blijkt dat deze gronden hoge archeologische waarden hebben en daarom bescherming behoeven. Daarbij wordt voor deze gronden in ieder geval een aanlegvergunningenstelsel van toepassing voor graafwerkzaamheden dieper dan 0,30 meter.

45.4 Wijziging in verband met monumentale waarden

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door het laten vervallen en/of toevoegen van bestemmingsomschrijvingen en omgevingsvergunningen en/of van aanduidingen voor “cultuurhistorische waarden” indien uit onderzoek blijkt dat het betreffende object niet gehandhaafd kan worden.