direct naar inhoud van Artikel 41 Algemene aanduidingsregels
Plan: Berg-Utrechtseweg
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00049-0201

Artikel 41 Algemene aanduidingsregels

41.1 Geluidzone - industrie
41.1.1 Omschrijving gebiedsaanduiding

In afwijking van Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' dat de gronden, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen, primair bestemd zijn voor een zone als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

41.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingen mag op de gronden zoals bedoeld in sublid 41.1.1 geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht.

41.2 Geluidzone - spoor
41.2.1 Omschrijving gebiedsaanduiding

Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - spoor' geldt, dat geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder mogen worden gerealiseerd, tenzij voldaan wordt aan een maximale geluidgrenswaarde van 50 dB(A).

41.3 Geluidszone - weg
41.4 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
41.4.1 Omschrijving gebiedsaanduiding

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en instandhouding van de kwaliteit van het grondwater. Op de waterwinning is de Provinciale Milieuverordening (PMV) van toepassing. De verordening bevat regels ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning in bij de verordening aangewezen gebieden.

41.4.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden
  • a. het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders voor het uitvoeren van een werk geen gebouw zijnde of werkzaamheden, op of in de gronden ondergrondse transport- en energieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur aan te leggen, alsmede grond werkzaamheden dieper dan 2 meter onder het peil te verrichten. Dit verbod heeft geen betrekking op het aanbrengen van leidingen uitsluitend ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet en op werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud dan wel werken en werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan.
  • b. burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend vergunning als bedoeld onder a, indien het belang van de drinkwatervoorziening en de bescherming en kwaliteit van het grondwater hierdoor niet nadelig wordt beïnvloed;
  • c. alvorens zij beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder a, vragen burgemeester en wethouders een schriftelijk advies aan de beheerder van het grondwaterbeschermingsgebied.
41.5 Milieuzone - waterwingebied
41.5.1 Omschrijving gebiedsaanduiding

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - waterwingebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de waterwinning. Op de waterwinning is de Provinciale Milieuverordening (PMV) van toepassing. De verordening bevat regels ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning in bij de verordening aangewezen gebieden.

41.5.2 Advies beheerder waterwingebied

Bij het beoordelen van een aanvraag om een vergunning voor het oprichten van een gebouw of een ander bouwwerk in een waterwingebied horen burgemeester en wethouders de beheerder van het waterwingebied omtrent de voorwaarden die, gelet op het waterschapsbelang, aan de uitvoering van de bouwwerken moeten worden gesteld.

41.6 Veiligheidszone - lpg
41.6.1 Omschrijving gebiedsaanduiding

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - lpg' mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

41.6.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - lpg” van de verbeelding wordt verwijderd, indien de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in 41.6.2 onder a bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.
41.7 Veiligheidszone - munitie

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie' mogen in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) geen gebouwen met vliesgevels of gordijngevelconstructies of gebouwen met zeer grote glasoppervlakten worden gebouwd.

41.8 Wro-zone - ontheffingsgebied

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.1 voor:

  • a. het bouwen van een (ondergronds) gebouw voor nutsvoorziening voor het op de verbeelding aangegeven gebied;
  • b. het gebouw niet hoger is dan het aansluitende gebouw met de bestemmings 'Bedrijf".