direct naar inhoud van 5.3 Luchtkwaliteit
Plan: Amsterdamseweg 37-39
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00044-0201

5.3 Luchtkwaliteit

5.3.1 Wet luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de nieuwe Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Deze Wet komt onder hoofdstuk 5.2: luchtkwaliteitseisen in de Wet milieubeheer. De Wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Ter uitwerking van de Wet luchtkwaliteit treden een aantal besluiten en regelingen in werking.

Uit de Wet luchtkwaliteit volgt dat een voorgenomen ontwikkeling vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit inpasbaar is indien in ieder geval aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1. Er worden geen grenswaarden voor de luchtkwaliteit overschreden.
  • 2. Er treedt geen verslechtering van de luchtkwaliteit op, of er vindt per saldo een verbetering van de luchtkwaliteit plaats door compenserende maatregelen.
  • 3. De voorgenomen ontwikkeling draagt niet in betekenende mate (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging.
  • 4. De voorgenomen ontwikkeling is onderdeel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL).

Ad 3) Regeling NIBM geeft voor een aantal categorieën van projecten een (getalsmatige) invulling aan de NIBM-grens. Een van die categorieën zijn woningbouwlocaties. Indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1.500 nieuwe woningen omvat, dan wel in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer bedraagt dan 3.000 woningen dan is er sprake van een NIBM project. Indien een voorgenomen ontwikkeling binnen de begrenzing van de Regeling NIBM valt is verdere toetsing aan de grenswaarden niet nodig mits de voorgenomen ontwikkeling niet valt onder het Besluit gevoelige bestemmingen.

Besluit gevoelige bestemmingen

Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Met deze amvb wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen', zoals scholen, kinderdagverblijven, verzorgings-, verpleeg- en bejaardenhuizen, in de nabijheid van provinciale en rijkswegen beperkt.

Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg. Het gaat hierbij niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. Van doorslaggevend belang is de (voorziene) functie van het gebouw en het bijbehorende terrein.

5.3.2 Luchtkwaliteit in relatie tot het plangebied

Het realiseren van een bedrijfgebouw/-terrein in de milieucategorie 3.2. of in een lager milieucategorie kan een verkeersaantrekkende werking hebben. Onbekend is de omvang daarvan. In het kader van de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen dient echter wel onderzoek naar de luchtkwaliteit plaats te vinden. Daarom wordt een andere benadering uitgevoerd, die zekerheid geeft dat de grenswaarde voor de luchtkwaliteit niet wordt overschreden bij een tweetal verkeersscenario's.

Uitgangspunten berekeningen met Car II versie 10:

-coordinaten : 153846; 463841

-afstand rekenpunt uit de as van de weg: 19 m

-fractie middelzwaar vrachtverkeer: 0,053

-fractie zwaar vrachtverkeer: 0,026

-fractie personenauto's: 0,92

-wegtype: basistype 2

-bomenfactor: 1,25

Bovenstaande verdeling is gebaseerd op informatie van de afdeling verkeer van de gemeente Amersfoort.

  • a. Stikstofdioxide in maatgevende beoordelingsjaar 2015

Voor stikstofdioxide is voor 100% stagnerend verkeer en normaal stadsverkeer (geen stagnatie) doorgerekend dat de toelaatbare verkeersomvang respectievelijk 45.000 en 75.000 motorvoertuigen per weekdaggemiddelde etmaalintensiteit mag bedragen voordat de toelaatbare de grenswaarde 40 ug NO2 /m3 wordt overschreden in 2015.

  • b. Fijn stof PM10 in maatgevend beoordelingsjaar 2011
  • c. Voor fijnstof PM10 is voor 100% stagnerend verkeer en normaal stadsverkeer (geen stagnatie) doorgerekend dat, zonder zeezoutcorrectie, de toelaatbare verkeersomvang respectievelijk 90.000 en 110.000 motorvoertuigen per weekdaggemiddelde etmaalintensiteit mag bedragen voordat de toelaatbare de grenswaarde voor de zgn. 24 uurs-gemiddelde grenswaarde (35 keer) wordt overschreden in 2011.

Uit het bovenstaande volgt dat de berekende verkeersomvang zich ter plaatse noch in 2011 noch in 2015 zal voordoen. In 2011 resp. 2015 bedraagt de geprognosticeerde verkeersomvang ca.19.000 respectievelijk 20.000 motorvoertuigen per etmaal.

De verkeersbijdrage van de toegelaten milieucategorie zal niet leiden tot overschrijding van de toelaatbare grenswaarden voor de luchtkwaliteit.