direct naar inhoud van 5.9 Duurzaamheid
Plan: Berg-Utrechtseweg
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00049-0201

5.9 Duurzaamheid

5.9.1 Beleid

In 2030 is Amersfoort een stad zonder CO2 uitstoot. Deze ambitie van een Duurzame Stad vraagt een aanpak, die alle betrokken partijen verbindt en helpt deze ambities te realiseren. Een duurzaam project realiseren is de samenhang vinden op ruimtelijk, sociaal-cultureel, economisch en ecologisch vlak. De lange termijnopgaven, zoals klimaatbestendigheid, beheersing van de verkeersdruk en energieneutrale gebouwen moeten in zicht blijven.

Aandacht voor duurzaam en milieubewust bouwen in alle stadia van het ontwerp en bouwproces is belangrijk. Al op stedenbouwkundig niveau moeten hierbij keuzes worden gemaakt. Naast het gemeentelijk beleid moet bij de uitwerking van de plannen op bouwplanniveau tevens rekening worden gehouden met het landelijk beleid: het Klimaatakkoord 2007-2011. Hierin is vastgesteld dat in 2020 de nieuwbouw klimaatneutraal moet zijn. Het rijk gaat de komende jaren stapsgewijs de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) aanscherpen. Voor woningbouw is de EPC in januari 2011 van 0,8 al naar 0,6 verlaagd. De volgende aanscherping naar 0,4 wordt in 2015 ingevoerd met als doel energieneutrale nieuwbouwwoningen in 2020.

5.9.2 Energie

De Trias Energetica is het basis principe om tot duurzaamheid te komen. Het zijn drie stappen die opeenvolgend uitgevoerd moeten worden:

  • 1. Zoveel mogelijk verminderen energievraag (o.a. door goede isolatie, overstekken);
  • 2. Resterende energievraag invullen met duurzame energie (o.a. WKO, zonnepanelen, zonnecollector);
  • 3. Eventueel overgebleven energievraag zo efficient mogelijk opwekken.


Er zijn diverse mogelijkheden om aan de landelijke en gemeentelijke ambities op het gebied van energie te voldoen. Er kan een keuze worden gemaakt voor een energieconcept waarbij rekening dient te worden gehouden met andere waarden in het gebied zoals het beschermd stadsgezicht, het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied.

5.9.3 Materiaalgebruik nieuwbouw

Voor uitlogende bouwmetalen (koper, lood en zink) voor zover deze worden toegepast op plaatsen die zijn blootgesteld aan weersinvloeden, geldt een toepassingsverbod.

Daarnaast dient uitsluitend FSC gecertificeerde hout of gemodificeerd hout zoals verhit vuren, o.a. Plato, of geacetyleerd hout Accoya toegepast te worden.

5.9.4 Het instrument GPR-gebouw

De gemeente Amersfoort wil controleerbare prestatieafspraken voor de duurzaamheid van gebouwen. Daarom heeft zij gekozen voor het vastleggen van resultaatverplichtingen met behulp van het landelijke instrument GPR-gebouw. Met dit instrument wordt de duurzaamheidprestatie van een gebouw voor 5 thema’s gekwantificeerd. Deze thema’s zijn “Energie”, “Milieu”, “Gezondheid”, “Gebruikskwaliteit” en “Toekomstwaarde”. Per thema wordt een score gegeven op een schaal van 0 tot 10.

Het landelijke beleid is gericht op energie neutrale nieuwbouw vanaf 2020. Dit komt overeen met een GPR-score van 10 voor het thema Energie. Voor het jaar 2011 gaat de gemeente Amersfoort een streefniveau van 7,5 voor het thema Energie hanteren. Voor de andere thema’s; “Milieu”, “Gezondheid”, “Gebruikskwaliteit” en “Toekomstwaarde” wordt de minimum resultaatverplichting van 7,0 gehanteerd.

Eind 2011/begin 2012 worden deze afspraken geëvalueerd om te bezien hoe voor het thema ‘Energie’ toegewerkt kan worden naar een hogere GPR score. Het streven is om in 2012 de ‘Energie’ score te verhogen naar 8,0. Met de volgende wettelijke aanscherping van de energiecoëfficiënt (EPC) naar 0,4 in 2015, zal de GPR score voor het thema energie verder worden verhoogd.

Hiermee wordt (deels) invulling gegeven aan de ambitie van de gemeenteraad om als stad in 2013 CO2 neutraal te zijn en daarmee te voldoen aan de kernwaarde duurzaamheid uit het coalitieakkoord.

5.9.5 Proces duurzaam bouwen

Bij bouwprojecten dient vroegtijdig te worden overlegd met de afdeling Milieu van de gemeente Amersfoort over de sturing van ontwerp- en materiaalkeuzen.

Doel van dit overleg is:

  • Het vroegtijdig in kaart brengen van ‘duurzaam bouwen’ kansen;
  • Indien het streefniveau niet wordt gehaald (zie paragraaf 5.9.4 “GPR instrument, prestatieafspraken”) wordt met de bouwende partij overlegd over de redenen voor ontstane belemmeringen. Gezamenlijk wordt bekeken welke oplossingen mogelijk zijn;
  • Tijdige toetsafspraken van het voorlopig ontwerp en het definitief ontwerp, evenals het toetsen van het bestek en de uitvoering door de afdeling Vergunningen-, Toezicht en Handhaving (VTH).
5.9.6 Duurzaamheid in relatie tot het plangebied

Zoals in bovenstaande teksten al is aangegeven dient in voorliggend plangebied rekening te worden gehouden met vele waarden. Ook wanneer het gaat om het nastreven van duurzaamheidsprincipes. Het gaat dan bijvoorbeeld om cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht en milieutechnische waarden vanwege de aanwezigheid van het waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied.