direct naar inhoud van 3.4 Rijksbeleid
Plan: Maatweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00018-0301

3.4 Rijksbeleid

Nota Ruimte

In de Nota Ruimte (april 2004) zijn deel 3 van de Vijfde Nota en het Tweede Structuurschema Groene Ruimte geïntegreerd. Algemene uitgangspunten van de nota Ruimte zijn: ontwikkelingsplanologie, decentralisatie, deregulering en uitvoeringsgerichtheid. Het nationale ruimtelijk beleid voor steden en netwerken richt zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water. In het beleid en de uitvoering daarvan is het van belang dat er een goede koppeling en bundeling plaatsvindt tussen verstedelijking, economie, infrastructuur, groen, recreatie, natuur, milieu en veiligheid.

De kwaliteit en kwantiteit van het groen in en om de stad zijn de afgelopen decennia aanzienlijk verminderd. De beschikbaarheid van bereikbare en toegankelijke sport- en recreatievoorzieningen in en rondom de steden houdt geen gelijke trend met de vergaande verstedelijking van de laatste jaren. Er dreigt een groot tekort aan vaar-, fiets-, wandel- en andere groene recreatiemogelijkheden. Aanbod van voldoende rode en groene ontspanningsmogelijkheden is belangrijk voor de leefbaarheid, het welzijn en de gezondheid van de bewoners en zelfs voor de economie. In de ruimtelijke plannen van provincies en gemeentes moet daarom de balans tussen bebouwingen groen integraal worden meegenomen. Het is belangrijk dat voldoende ruimte gereserveerd wordt voor de loop- en fietsafstand liggende en daarmee goed vanuit de stad bereikbare perken, groenvoorzieningen, sportvoorzieningen en recreatiemogelijkheden.

Nationaal Verkeers- en Vervoersplan 2001-2020 / Van A naar Beter

De hoofddoelstelling is: Nederland biedt aan iedereen een doelmatig, veilig en duurzaam functionerend verkeers- en vervoerssysteem, waarvan de kwaliteit voor de individuele gebruiker in een goede verhouding staat tot de kwaliteit voor de samenleving als geheel. Deze hoofddoelstelling wordt in het NVVP vertaald naar doelstellingen voor bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid.

Bereikbaarheid: tegemoet komen aan de behoefte aan mobiliteit en transport. Gestreefd wordt naar behoud en verbetering van de leefbaarheid. De verbindingen over de weg moeten positief worden gewaardeerd door burgers, bedrijven en potentiële investeerders. De bereikbaarheid wordt beter door minder oponthoud en een betrouwbare reistijd.

Leefbaarheid: nog schoner, nog zuiniger, nog stiller. Nederland wil tot de best presterende landen in Europa op het gebied van milieu en leefomgeving behoren. Dit betekent voor verkeer en vervoer: minder uitstoot van vervuilende stoffen, minder geluidshinder en minder versnippering van landschap.

Vierde Nota Waterhuishouding (NW4)

De hoofddoelstelling van de NW4 is: het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het in stand houden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. De vierde Nota waterhuishouding stelt als uitgangspunt dat de na te streven doelen voor het waterbeheer alleen door een integrale benadering kunnen worden bereikt. Dit betekent dat er afstemming moet zijn tussen water-, ruimtelijke ordening- en milieuaspecten.

Waterbeheer in de 21ste Eeuw (WB21)

Het Nederlandse waterbeleid is sterk aan veranderingen onderhevig (geweest). Met name op nationaal en provinciaal niveau is nieuw beleid ontwikkeld naar aanleiding van onder andere de wateroverlastproblemen in 1993 en 1995. Een belangrijk onderdeel vormt het beleid vanuit het advies van de Commissie Integraal Waterbeheer. In dit advies is aangegeven dat de volgende principes dienen te worden gehanteerd:

1. Anders omgaan met waterbeheer. Dit betekent: 1) overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms vasthouden in de bodem en in oppervlaktewater, zonodig 2) water tijdelijk bergen in retentiegebieden langs de waterlopen, waarvoor ruimte moet worden gecreëerd en pas als 1) en 2) te weinig opleveren, water afvoeren naar elders.

2. Ruimte voor water

Dit betekent: geen nieuwe ruimte onttrekken aan het watersysteem, water weer een sturend principe te laten zijn in de ruimtelijke ordening in Nederland en in het ruimtelijk beleid waar nodig ruimte beschikbaar te stellen voor het tijdelijk bergen van water.

3. Meervoudig ruimtegebruik

Dit betekent voor stedelijk gebied: water combineren met stedelijke herinrichting en stadsuitbreiding.

Ook op kwalitatief gebied bestaat er een strategie ten aanzien van de omgang met water. Deze luidt: hergebruik van water, het schoonhouden van water, het scheiden van schone en vuile waterstromen en ten slotte het zuiveren van vervuild water.

Nationaal Bestuursakkoord Water

Dit akkoord staat voor een vernieuwde aanpak van het waterbeleid. Een van de onderdelen van het akkoord is de Watertoets. Bij ruimtelijke plannen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een waterparagraaf/watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21e eeuw, waarin aan water een meesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld.